Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Melanie Schultz is de achttiende minister van Verkeer die heeft besloten dat de A4 door Midden-Delfland er écht komt. Dat zovelen haar voorgingen, plaatst op voorhand al een groot vraagteken bij de betekenis van haar besluit. Waarom zal haar wel lukken, wat al die anderen niet lukte: over de A4 door Midden-Delfland een besluit te hebben genomen dat wordt uitgevoerd?

Een jaar of vijf geleden maakte Rotterdam een einde aan de straatprostitutie op de Keileweg. Lang werd gezeuld met een opvangplek voor de ex-prostitué’s, die niemand wilde hebben. Wim Straasheijm, toenmalig voorzittervan de deelgemeente Feyenoord, nam het voortouw. Hij besloot dat de opvang op Feyenoord zou komen. Dat ontlokte veel protest, maar niet veel later stond de opvang er.

Wat is een goed besluit?

Waarom leidt het ene besluit tot iets, het andere tot niets? Is het mogelijk besluitvorming zo in te richten dat je de kans op een kwalitatief goed besluit vergroot?

Voor de praktijk van de procesmanager is dat een relevante vraag. Het totstandbrengen van besluiten is immers een van de aangrijpingspunten, waarop hij wordt ingezet. De andere zijn het ontwikkelen van ideeën en het obstakelvrij maken van klussen. Daar is relatief makkelijk voor te beschrijven wanneer je het goed hebt gedaan. Een idee ontwikkel je van voorstelbaar, via maakbaar naar haalbaar. Een obstakel is uit de weg geruimd als je met de klus weer verder kunt. Maar wanneer je een goed besluit op de goede manier hebt georganiseerd, is minder evident.

Geen Quick Wins 

Martin Hetebrij, van De Politieke Dimensie, houdt zich al geruime tijd met dit vraagstuk bezig. Wat aanspreekt in zijn benadering is dat Hetebrij niet uit is op een quick win met een sprekende metafoor (hoe word ik een rat? wie heeft mijn kaas gepikt?), maar met geduld en volharding een gefundeerde benadering uitwerkt. Zijn meest recente publicatie heet Een goed besluit is het halve werk *). Daarin onderzoekt hij theoretisch en praktisch wat nodig is om de kwaliteit van besluitvorming te verhogen, door verstandig om te gaan met macht en communicatie.

Macht en communicatie

Macht gaat over het afspreken en hanteren van regels voor wie meedoen, beslissen en het proces regisseren. Daarin helderheid scheppen vergoot de kwaliteit van de besluitvorming. In onze termen richt je daarmee een ruimte in, waarin een procesronde plaatsvindt. We kunnen er criteria aan ontlenen als: hebben we regels afgesproken over deelname, besluitwijze en procesverloop? Hebben we voorzien in positieve en negatieve sancties? Hoe meer je aan de criteria voldoet, hoe groter de besluitkracht.

Met communicatie regel je de inhoud: over welk thema gaat het proces? Hetebrij noemt dat een richtinggevende visie. Een kwaliteitscriterium is, dat alle relevante kennis en belangen hebben kunnen meespreken en dat tegenspraak vruchtbaar is gemaakt. Hoe beter je dat doet, hoe groter de inhoudskwaliteit.

Tomatenpak

Grote inhoudskwaliteit en besluitkracht zijn dus randvoorwaarden voor een goed besluit. De praktijk van Wim Straasheijm laat zien, dat persoonlijke kwalificaties ook belangrijk zijn. Hij trok zijn tomatenpak aan, ging voorop, trotseerde de storm en bleef uitleggen wat hij belangrijk vond. Zulke zaken laten zich wat minder makkelijk in een proces ontwerpen.

*) Hetebrij, Martin: Een goed besluit is het halve werk, Van Gorcum, Assen 2011