Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Actie

Het is een geweldige actiefoto. Een man en een vrouw in vogelvlucht op een mottig grasperkje. Hij kijkt het bierflesje na dat hij zojuist met veel gevoel op de drone heeft gemikt die de beelden maakt. Zij zet zich schrap om het ding met een krachtige worp uit de lucht te gooien. De foto verscheen oorspronkelijk op de facebookpagina van “Portsmouth Ohio Official”, met de oproep: “…stop knocking down our anti-drug activity drones”. Hoever mag de overheid de persoonlijke levenssfeer binnendringen? Niet zover dat ze ongevraagd over je schutting komt kijken, vinden veel mensen wie de satirische disclaimer bij de post even is ontgaan en die in verschillende gradaties van welsprekendheid uiteenzetten welke grondrechten hier wel niet worden geschonden.

Onnodig

Geen satire, maar in essentie hetzelfde: het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente vroeg huiseigenaren interieurfoto’s op te sturen zodat de WOZ-waarde van hun huis nauwkeurig kan worden vastgesteld. Het verzoek kreeg veel commentaar: onnodig, mag niet, wat hangt er bij mij eigenlijk op de koelkast, wat doen die ambtenaren met mijn foto’s, hoezo komt de overheid achter mijn voordeur?! Het was een pilot, zegt het GBT, dat de onrust betreurt en ermee stopt.

Eerlijk

Nieuw is het niet. Ook andere gemeentelijke belastingkantoren werken met fototools. Dan gaat het  om een “juiste bepaling van de WOZ-waarde” en een “eerlijke” belastingaanslag, zodat je niet teveel betaalt. En men hoopt door de huiseigenaar “bij de bepaling van de WOZ-waarde te betrekken” het aantal WOZ-bezwaren via no-cure-no-pay bureaus te verminderen. Die kosten de gemeenschap namelijk veel geld.

Verkennen

Win-win, zou je denken, voor Jan Modaal. Kennelijk zitten gemeenten er zo vaak naast dat ze er last van hebben. Linksom of rechtsom is de kans groot dat het loont om mee te werken aan een nauwkeurige vaststelling van de waarde van je bezit. Lagere belastingen, minder verkwisting? Dat wil toch iedereen? Niet dus. Of in elk geval: niet zo.

Het illustreert mooi dat elk vraagstuk (hier: hoe leggen we een belastingaanslag op die als juist en eerlijk wordt ervaren?) een binnen- en een buitenkant heeft en dat het de moeite loont, die goed te verkennen voor je met oplossingen komt.

Binnenkant

De binnenkant van een vraagstuk gaat over de inhoud ervan. Zo kunnen we kijken naar bestaande probleemdefinities: wat zegt de opdrachtgever, wat zeggen procespartijen, stakeholders die wat verder op afstand staan? Ook kunnen we informatie over het vraagstuk verzamelen, die filteren op patronen (“rode draden”), overeenkomsten (“letterlijk hetzelfde”) en gemeenschappelijkheden (overeenkomende waarden en normen) en daar betekenis aan geven. Dat laatste wil zeggen: namen geven aan gevonden patronen, overeenkomsten en gemeenschappelijkheden, en die verbinden met richtinggevende uitspraken. Bijvoorbeeld: wil ik een nauwkeurige waardebepaling, of wil ik eigenaren medeverantwoordelijk maken? Is er ruimte voor een invasieve aanpak, of moeten we terughoudend zijn?

Buitenkant

De buitenkant van een vraagstuk gaat over alles wat eromheen zit. Denk aan de taal en metaforen die worden gebruikt: de gemeente eist vs. de gemeente vraagt foto’s, een eerlijke heffing, de overheid kijkt bij je binnen. En ook aan de politieke, juridische, sociaal-culturele en -economische structuren waarin een vraag is ingebed. Hier onder meer: gemeenschapsgeld, mag het wel, en vooral: vertrouwen we de overheid en haar medewerkers wel?

Een zorgvuldige verkenning van de binnen- en buitenkant van een vraag geeft zicht op de (on)haalbaarheid  van oplossingen.