Meerwaarde
Eerst even een tekstfragment:
“De organisatieontwikkeling moet tevens meerwaarde leveren bij de ontwikkeling van met elkaar samenhangende belangen waarbij de feedback van de buitenwacht afgestemd moet worden. De eerste aanzet dient met name te focussen op de implementatie van met elkaar samenhangende oplossingsrichtingen waarbij de uitkomst van de communicatie leidend is. Het management stelt hoe dan ook eisen aan de flexibilisering van met elkaar samenhangende onderdelen waarbij de structuur van de organisatie toegevoegde waarde levert.”
Inderdaad, hier staat niks. Om deze passage te produceren heb ik een bullshitgenerator aan het werk gezet. Het is een gesofisticeerd stukje software – ik kan kiezen voor een ambtelijke of consultancytekst, nog wat steekwoorden meegeven en een druk op de knop later ligt er een hele lap … bullshit.
Vloerkleed
Via de bijlage Letter&Geest van Trouw (17 april) vond ik op het web een artikel van promovendus Gordon Pennycook, die laat zien waarom we de bullshit waarmee we dagelijks worden overladen serieus moeten nemen – nu ja, niet de bullshit zelf, maar de implicaties ervan. Pennycook opent zijn artikel met een paar beweringen over de gestage toename van bullshit in het dagelijks leven, die plausibel overkomen. En dan trekt hij het vloerkleed onder de lezer weg – die beweringen zijn bullshit. Dat wil zeggen: “…Something that is constructed absent of any concern for the truth.” Pennycook leent die definitie naar eigen zeggen van emeritus-Princetonprofessor Harry Frankfurt. Mij heeft hij dan al zover dat ik zowel Pennycook als Frankfurt heb gegoogled: zijn ze echt of zijn ze ook bullshit?
Kritische geest
Pennycook heeft empirisch onderzoek gedaan naar bullshit, en daaruit blijkt dat “We are not nearly as good at detecting bullshit as we think.” Dat te erkennen is volgens Pennycook een eerste stap op weg naar het ontwikkelen van een kritische geest, die ons door een wereld vol bullshit moet helpen.
De definitie van Frankfurt laat de mogelijkheid open dat bullshit per ongeluk, door slordigheid of uit onvermogen tot stand komt. Bijvoorbeeld doordat we niet doordenken wat we willen zeggen, doordat we de juiste woorden niet kunnen vinden en daarom genoegen nemen met clichés, doordat we de feiten niet checken en omdat we ervaren dat we er toch wel mee wegkomen.
Voorkomen
Gelukkig valt niet alleen het vermogen om bullshit te herkennen te ontwikkelen. Je kunt ook voorkomen dat je bullshit produceert. Bijvoorbeeld met de 50-25-6 oefening. Schrijf in 50 woorden de kern van je boodschap op. Schrap 25 woorden. En schrap er dan nog eens 19. De 6 die overblijven zijn de kern van de zaak, de rest kon je missen.
Wat ook werkt: neem je Politics and the English Language ter harte, een nog altijd actueel pamflet uit 1945, waarin George Orwell betoogt hoe slordig omgaan met taal slordig denken veroorzaakt en omgekeerd. Orwell zet zich in voor taal als gereedschap om uitdrukking te geven aan ons denken in plaats van dat te verbergen of verhinderen. Hij geeft zes vuistregels. Gebruik geen metaforen die je vaak tegenkomt; gebruik geen lange woorden als korte volstaan; kun je een woord missen, snij het dan weg; vermijd passief taalgebruik; gebruik geen jargon, wetenschappelijke of buitenlandse woorden woorden als je een alledaags alternatief hebt; en breek deze regels liever dan dat je iets ronduit barbaars zegt.
Hm, even mijn tekst nalezen.