Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Nevenschikking

In een proces spreken personen en partijen af dat zij op een gelijk speelveld spelen, waarop zij dan veel schakelen en verbinden om tot een win-winoplossing te komen. Zo wordt het verhaal althans graag verteld – door procesmanagers zelf en in de verschillende benaderingen waarin het vak is uitgewerkt. Het is een frame dat niet over onder- of boven-, maar over nevenschikking gaat. Het benadrukt dat iedereen elkaar nodig heeft om tot oplossingen te komen. En het sluit naadloos aan op de traditie van polderen.

Hulpbronnen

In dat frame past geen macht of manipulatie. Manipulatie klinkt immers als: de ander zonder dat die het door heeft op slinkse wijze laten doen wat jij wilt. Oftewel: misleiden – maar het kan ook betekenen: de situatie naar je hand willen zetten. En ik moet de eerste procespartij nog tegenkomen die zo’n kans laat lopen als die zich voordoet. En Macht lijkt op: de ander iets opleggen waar hij uit eigen vrije wil niet voor zou kiezen. Het failliet van een procesbenadering dus. Maar macht kan ook zijn: de hulpbronnen waar alleen jij over beschikt (geld, personeel, netwerk, kennis, …) inzetten om een gewenste oplossing mogelijk te maken.

Grote jongen

Daarom zette ik me graag aan het lezen in “Grote jongen zijn” van Jan Tromp en Frank de Grave. Het boek belooft volgens de ondertitel te laten zien “Hoe macht werkt, in 54 merendeels opgewekte scenes”. Die scenes komen uit de veelkleurige loopbaan van De Grave, die altijd met zijn neus vooraan in de polder heeft gestaan.

Vat

Macht is niet van iemand maar altijd iets tussen mensen. Het heeft lengte, breedte noch diepte en toch kun je het uitoefenen of de werking ervan ondergaan. Macht is een alledaags, maar ongrijpbaar verschijnsel. Hoe krijg je er dan toch vat op?

Eind

Met Machiavelli misschien, bij wie macht en manipulatie bijeen lijken te komen? Die wordt er door de auteurs in het begin bij gehaald, maar krijgt daarna amper nog aandacht. Met De Grave’s opvatting dan, dat besturen een vorm van omgaan met dilemma’s is? Dat klinkt veelbelovend, maar wordt vooral uitgewerkt in maar een van de 54 scenes. Verder is het patroon: De Grave vertelt, Tromp tekent op, stelt her en der een verhelderende vraag en plaatst af en toe een voorzichtige kanttekening. Waarop De Grave het laatste woord krijgt om uit te leggen dat hij, De Grave, het toch echt bij het rechte eind heeft. Wat Tromp dan weer optekent. De Grave was niet vies van macht en handigheidjes en heeft aan opinies geen gebrek. Het wordt allemaal goed beschreven en smakelijk opgediend. Veel anekdotes, weinig analyse. “Dat macht werkt” dekt de lading beter dan “Hoe…”.

Gratis

Wel blijkt weer: macht en manipulatie gebruik je niet gratis. De Grave memoreert een beroemde scene in een documentaire uit anno dazumal. Een aarzelende VVD-fractievoorzitter Voorhoeve wordt door hem sterk gesouffleerd in een Kamerdebat. Inzet: het voortbestaan van de coalitie CDA-VVD. De Grave wil daar vanaf, hij wil met de PvdA. De Grave werd voor TV gefilmd en droeg een microfoontje. Zo ontstond het beeld van een zwakke Voorhoeve en een listige, slinkse De Grave. Die nu bezweert: ik was argeloos. Eerder afgesproken, moe, niet meer aan gedacht. Je denkt, na Machiavelli en dilemma’s en zoveel anekdotes, toch: “Ja ja, dat zal wel. Voorhoeve bekwaam in het pak genaaid.”