Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Zelden

“Welke stakeholders participeren het intensiefst in je klus?” Als we deze vraag voorleggen aan procesmanagers, is het antwoord zelden “de burger”. Die staat vaak op de laatste plaats of niet ver daarvandaan, op grote afstand van beroepsparticipanten zoals in- en externe managers en bestuurders.

Koning

Het rijmt niet met hoe we het graag willen: dat burgers nauw betrokken zijn  – bij de herinrichting van het plein, de realisatie van een huis van de buurt, … We weten dat de gebruiker als geen ander kan vertellen wanneer het een fijn plein en een comfortabel huis is. Maar net als de klant is de burger vaak koning: die heeft ook niks te vertellen.

Vertalen

Of nou ja –vertellen misschien wel, maar gehoord worden? Burgers, gebruikers, praktijkdeskundigen hebben te maken met bestuurlijke, politieke en ambtelijke professionals. De vertaalproblemen beide kanten op zijn groot. De professional probeert wat de gebruiker vertelt te vertalen in zijn professionele taal en context (van beleid, kosten, politieke afwegingen etc.). De gebruiker denkt, als hij de professional hoort: kun je dat ook gewoon zeggen?

Parkeerdruk

Een voorbeeld. De externe parkeerdruk in een wijk was zo groot, dat de bewoners er vanaf wilden. Kom maar met ideeën, zei de gemeente. Enter vertaalprobleem 1, want alle aangedragen opties werden afgeschoten. Van een vergunningensysteem via blauwe zones tot betaald parkeren op even dagen: precedentwerking, past niet in het beleid, te duur. Daarop hield de wethouder een enquête: wel of geen betaald parkeren? Enter vertaalprobleem 2, want deze rigoureuze dichotomie leek in niks op de subtielere oplossingen van de bewoners. De voorspelbare uitkomst: een meerderheid van bewoners (nipt) en bedrijven (groot) was tegen. De wethouder besloot conform, omdat hij de uitkomst van de enquête wilde respecteren. Enter vertaalproblemen 3, 4 en 5: de enquête bleek dus de facto een referendum, het besluit lijkt gedepolitiseerd (want wat wilde de wethouder nou?) en alles bleef bij het oude, waar niemand gelukkig mee was.

Mobiliseren

Over burgerparticipatie wordt veel geschreven. Meestal komt een vorm van de aloude participatieladder tevoorschijn. Op de onderste sport worden betrokkenen geïnformeerd. Bovenaan geven burgers  hun eigen initiatieven zelf vorm en worden zij gefaciliteerd door professionals. Gelardeerd met inzichten en opvattingen over de kloof tussen leefwereld en systeemwereld, het mobiliseren van burgerkracht en de wisdom of the crowd.

Ideaal

Daarmee krijgt de ladder haast ongemerkt een ideaal: hoe hoger je staat, des te beter het is. Maar dat leidt af van de professionele vraag: waarom wil ik hier welke vorm van participatie? Een mismatch tussen participatievorm en de opgave die je wilt tackelen, vergroot de vertaalproblemen die er toch al zijn.

Hamvraag

Om toch een voor feedback vatbare afweging in te maken, kun je van de participatieladder een patatsnijder maken. Horizontaal van links naar rechts: ga je er alleen over, of wil je er samen over gaan en de besluitvormende bevoegdheid delen? Verticaal van beneden naar boven: staat al vast wat er moet gebeuren, of wil je dat met anderen onderzoeken? Unilateraal, multilateraal, vast, flexibel. Er resulteren vier soorten opgaven: uitzoeken wat ik wil, uitzoeken wat wij willen, realiseren wat ik wil en realiseren wat wij willen. Bij elke opgave keren participatievormen uit de ladder terug, minder genormeerd, meer functioneel. Zie de figuren (hier als download).

Als startpunt voor participatie is de hamvraag: welk van de vier opgaven staat nu centraal in je klus?