Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Kaart

Wat een geweldig idee van de NSOB om in het boek Dienen en beïnvloeden de lengte, breedte en diepte van het ambtelijk vakmanschap van Wim Kuijken in kaart te brengen. De “topambtenaar” (een erg lelijk woord dat ongeveer honderdduizend keer valt) was ondermeer gemeentesecretaris van Den Haag en secretaris-generaal van Algemene Zaken onder Kok en Balkenende. Hij heeft er decennia ervaring mee, zijn politieke bazen in staat te stellen effectief te zijn.

Schaduw

Het is reuze handig om een beetje te snappen hoe zulke adviseurs-in-de-schaduw opereren. De “topambtenaren” en in hun kielzog ook de harde werkers op de flanken van de top. De sneeuwschuivers, waterdragers, sherpa’s, aanbrengers van vaste touwen waar de politieke bazen zich aan kunnen vastklikken zodat ze niet diep vallen als ze onverhoopt toch een uitglijer maken. Zij zijn de gladstrijkers, de vereffenaars, de mogelijkmakers, de doorgeefluiken, probleemoplossers en vertalers naar boven en beneden. Als je iets voor elkaar wilt krijgen, moet je bij hen zijn.

Doorgaans gaan zulke bewindspersonenfluisteraars onopgemerkt voorbij, en dat is precies de bedoeling. De schijnwerpers zijn voor de baas, de adviseur staat in de coulissen en zorgt dat op het toneel alles soepel kan verlopen. De hitte van de schijnwerpers en de druk van de openbaarheid kan hij daarbij missen als kiespijn.

Dienen en beïnvloeden

Dat maakt Dienen en beïnvloeden extra bijzonder. Want in zes cases geeft Kuijken inzicht in zijn doen en laten. Paul ’t Hart schrijft op elke casus een reflectie en mensen voor en met wie Kuijken heeft gewerkt (zoals Josias van Aartsen, Wim Kok, Jack “Het Lek” de Vries) bieden hun perspectief. Geen wonder dat de landelijke pers er aandacht aan gaf. Die ging dan vooral uit naar de waardering die Kuijken heeft voor Kok en de kritiek die hij uitoefent op de dossierkennis en het crisismanagement van Balkenende.

Consensusarchitect

Maar het boek is ook interessant omdat er veel procesmanagement in zit. Het meeste nog wel in de casus “Consensusarchitect in de Delta”. Kuijken is dan geen Haagse mandarijn meer, maar voert als deltacommissaris (nog tot 011118) “verbindende nationale regie” op het Deltaprogramma. Daarmee moeten we ook bij klimaatverandering droge voeten houden.
Hoe doe je dat, verbindend nationaal regisseren? Op een onderwerp waar heel veel bestuurlijke en marktpartijen, belangengroepen en burgers met vaak tegengestelde belangen bij betrokken zijn? Met grote risico’s op wij en zij, binnen en buiten, tegen elkaar in werkende logica’s van systeem en leefwereld?

Chronisch

Boeiend is dat er vanuit het perspectief van Kuijken in de casus geen “binnen” en “buiten” voorkomt. Er zijn louter partijen tussen wie “de macht chronisch verdeeld” is. Die moeten allemaal meedoen om van het programma een succes te maken. Natuurlijk helpt het dat de deltacommissaris een miljard per jaar kan verdelen, dat hij weet hoe de hazen lopen in Den Haag en dat het waterthema iedereen van oudsher aanspreekt.

Energie

Daarnaast bewaakt Kuijken de maatschappelijke opgave als gezamenlijk doel. Wat is er nodig om ook op de langere termijn een duurzame zoetwatervoorziening en fysieke veiligheid tegen water te realiseren? En bovenal steekt hij, naar eigen zeggen en volgens de reflectie van ’t Hart, veel tijd en energie in het bij elkaar brengen van partijen. Hij stelt ze in staat elkaar te leren kennen, vertrouwen op te bouwen, samen op zoek te gaan naar mogelijkheden en resultaten te behalen. In die gezamenlijkheid-uit-welbegrepen-eigenbelang verdampen tegenoverstellingen.