Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl
Transformaties

Het collegedictaat over canonische transformaties bewaar ik al jaren als trofee omdat ik die raadselachtige maar charmante techniek de baas wist te worden. Toen ik bezig was in The Information van James Gleick *) haalde ik het weer eens tevoorschijn en verzuchtte: “Tjonge, wat was ik toen knap”. Want afgaand op de notities in het dictaat wist ik toen waar ik mee bezig was. Maar ik kom ook genoeg aantekeningen tegen waaruit blijkt dat het inzicht met moeite werd veroverd. Er zat echter niks anders op. Deze wiskundige achtergrond van de statistische techniek die factoranalyse heet, was nu eenmaal onderdeel van de examenstof.

Hoe ik een canonische transformatie moet uitvoeren ben ik vergeten, alleen de hoofdlijnen zijn overgebleven. Het geheugen houdt kennelijk van ironie, want factoranalyse gaat in essentie over het slim reduceren van veel informatie, om iets zinnigs te kunnen zeggen over de onderliggende patronen.

Metafoor

Een matrix van duizend bij duizend heeft een miljoen cellen. Als ik die kan reduceren tot een matrix van tien bij tien, hou ik een overzichtelijke set aan gegevens over. Het is de kunst de reductie zo uit te voeren, dat zoveel mogelijk informatie behouden blijft. Dan kan ik de overzichtelijke matrix makkelijker interpreteren en zo langs een omweg iets zeggen over die grote bak met informatie.

Uiteindelijk werd dit voor mij een metafoor van beleid maken. Beleid gaat nooit over individuele of eenmalige gevallen, en het is ook meer dan simpelweg een optelsom daarvan. Effectief beleid is een slimme reductie van de complexe werkelijkheid – een vereenvoudigde voorstelling daarvan, met een maximum aan behoud van informatie, en een aantal maatregelen om die werkelijkheid te beïnvloeden. Effectief ruimtelijk beleid beschrijft niet de ruimte om de hoek van mijn straat, maar heeft wel regels voor de bestemming ervan. Effectief sociaal beleid gaat niet met naam en toenaam over wie ziek, zwak en misselijk is, maar heeft wel criteria waardoor ik weet op wie het van toepassing is.

Duur

Het is de kunst, beleid ook in de uitvoering overzichtelijk te houden. Hoe meer uitzonderingen en speciale gevallen, des te sterker het beleid op de complexe werkelijkheid gaat lijken. En dat was nou net niet de bedoeling.
Een procesmanager wordt meestal ingehuurd voor een ingewikkelde klus in complexe omstandigheden. Men ziet door de bomen het bos niet meer, heeft een overload of overkill aan informatie. Gleick schrijft over zulke omstandigheden: “Another reminder that information is not knowledge, en knowledge is not wisdom” (p.408). Er is gebrek aan tot overeenstemming leidende interpretatie – “When information is cheap, attention becomes expensive” (p.410).

Drie interventies

Als het om informatie gaat heeft een procesmanager, lijkt me, drie krachtige interventies. De eerste is informatie verzamelen, bijvoorbeeld met gezamenlijke fact finding zoals in MGA’s wordt gedaan. Het filteren van informatie door patronen te herkennen is een tweede interventie: welke overeenkomst in belangen, gemeenschappelijkheid in behoeftestelling zie je? Iedere overeenkomst duidt op een patroon en dus op een kans tot vereenvoudiging.

Om meer te worden dan een bak met data heeft informatie duiding nodig. Betekenisgeven is de derde interventiemogelijkheid: de informatie waarderen aan de hand van criteria, een naam geven aan een patroon.

*) Gleick, James: The Information, Fourth Estate 2011, ISBN 9780007423118