Uitgekiend
Een mooi in memoriam voor Jos van Kemenade stond in de Volkskrant. Jan Joost Lindner schreef een uitgekiend portret van deze “briljante” en “immer hardwerkende” bestuurder, die zijn ambtenaren “doldraaide” en “soms iets van een technocraat” had.
Heel herkenbaar. Ook mij is het overkomen dat Van Kemenade mijn werk deed. Hij zat een werkgroep voor die in zes bijeenkomsten een visie op strategie en taken van het middenbestuur zou ontwikkelen. Ik was secretaris. Aan het einde van de tweede vergadering maakte Van Kemenade wat “samenvattende opmerkingen”. Het was laat geworden, ik kreeg een lift. “Ik heb natuurlijk makkelijk praten,” zei hij in de auto terug. “Ik zet wel een paar gedachten op papier, zie maar wat je ermee doet.”
Radertjes
Die “paar gedachten” bleken de volgende morgen een notitie van dertig pagina’s. Die had hij bij thuiskomst ingesproken, zijn secretaresse had het dictaat snel uitgewerkt. Ik nam me voor toch tenminste drie intelligente kanttekeningen te plaatsen. Kansloos. De radertjes grepen zonder speling in elkaar. Amenderingen waren slechts denkbaar als je aan de basisveronderstellingen morrelde.
Murw
Het was soms haast ontmoedigend. Hoe voeg ik iets toe aan een man die zelf zijn beste beleidsmedewerker en adviseur is? Die ook niets wil weten van mijn pogingen om zijn toespraken meer op de maat van zijn gehoor te snijden? Korte zinnen, beelden erin, niet langer dan een kwartier. Hij moest er niets van hebben, ontvouwde zijn ideeën alsof hij een rapport schreef, waardoor zijn publiek soms murw in de touwen hing.
Mazzelaar
En toch voelde ik me een mazzelaar dat ik in Noord-Holland werkte toen Van Kemenade er Commissaris der Koningin was. Een paar jaar had ik regelmatig met hem te maken. Tot mijn voordeel, want ik leerde veel van hem. Bijvoorbeeld een proces zo eenvoudig mogelijk houden door alle franje er af te knippen, om het doel in het oog te kunnen houden. Altijd een goed gefundeerde inhoudelijke redenering hebben, waar je op kunt terugvallen als het proces vastloopt. Vanuit een realistisch zelfbeeld je eigen beeldvorming managen en wat daar niet bij past ook niet doen.
Wakken
En vooral: hoe belangrijk het is om bij alle brille en werkkracht en intellectueel vernuft iets van een persoonlijke relatie op te bouwen, omdat dat het smeermiddel is voor een samenwerking, voor zolang die duurt. Van Kemenade investeerde daarin, door een inkijkje te geven in elementen uit zijn rijke politieke en bestuurlijke leven en wat die ten goede en ten kwade voor hem persoonlijk hadden betekend. Zijn ervaringen als onderwijsminister in het kabinet Den Uyl. Hoe verslavend het is om macht en invloed te hebben. Natuurlijk het gedoe rond de opvolging van Den Uyl als partijleider. Hij schrijft er uitgebreid over in zijn boek met politieke en bestuurlijke herinneringen. Dat heet “Wakken in het kroos”, omdat hij wilde laten zien wat zich onder de “welig begroeide en daardoor verhullende” oppervlakte van bestuur en politiek heeft afgespeeld.
Onweerstaanbaar
“Die beeldspraak ontleen ik aan het gedicht “Het kind en ik” van Martinus Nijhoff, waaruit Joop den Uyl tijdens de laatste vergadering van zijn kabinet (…) citeerde…”, schrijft Van Kemenade.
Het staat er haast terloops. Maar ik lees er een wereld van waardering, weemoed en verlangen in. Een technocraat? Misschien. Maar dan wel een romantische technocraat; een intrigerende en onweerstaanbare combinatie, waar ik graag hard – en soms op mijn tenen – voor liep.