Enquête
Als proefkonijn vulde ik onlangs het prototype van een enquête in, die bestond uit stellingen waarvan ik mocht aangeven of ik mij er niet, soms of vaak in herkende. Overzichtelijk, niet al te moeilijk en toch kwam ik er aanvankelijk niet goed uit. Liever dan de keuze uit drie mogelijkheden wilde ik een vijfpuntsschaal en het meeste nog miste ik de optie “weet niet”. Want soms wist ik echt nog niet wat ik van een stelling vond – bij gebrek aan informatie of omdat ik er nog niet voldoende over had nagedacht. Ik wilde dus eigenlijk van een stelling een hypothese maken. De makers van de enquête wilden echter duidelijke uitkomsten; “weet niet” ligt dicht bij het makkelijke “geen mening” en leidt al snel tot grijze nuances, vonden zij. En daar valt ook wat voor te zeggen.
Meningloos
Ooit hoorde ik universiteitshoogleraar Bram de Swaan op de radio aan de interviewster vertellen dat hij ernaar streefde, “zo meningloos mogelijk door het leven te gaan”. Ik viel middenin de uitzending en miste daardoor de context waarin hij zijn uitspraak deed. De rest van de uitzending miste ik ook, doordat ik mijn aandacht moest verdelen tussen opletten in het drukke verkeer op de weg en nadenken over wat ik zopas had gehoord.
De uitspraak van De Swaan verraste me. Ik kende hem vooral als een buitengewoon scherpzinnige en originele socioloog die, in tegenstelling tot veel vakgenoten, prachtig kon (en kan) schrijven over de meest uiteenlopende onderwerpen. Werk van lange adem als Zorg en de staat en ook veel kortebaanstukken, die met enige regelmaat werden samengebracht in bundels als Blijven kijken en Het lied van de kosmopoliet. De laatste een verzameling columns uit de NRC waarin de auteur, aldus het achterplat, “helder, ironisch en origineel commentaar (gaf) op het folklorisme en de valse bescheidenheid van Nederlanders (…)”. Hoezo ga je dan “zo meningloos mogelijk” door het leven?
Aantrekkingskracht
Hoe raadselachtig ook, de losse uitspraak die ik had opgevangen bezat een grote aantrekkingskracht. Het leek me wel lekker rustig om eens even geen mening te hebben, het niet zeker te weten, noch met een oordeel of opvatting klaar te staan en onmiddellijk de ander te vertellen “hoe het zit”.
Zeker weten vs. nog niet weten – als we deelnemers aan trainingen procesmanagement vragen met welke tegenstellingen zij te maken hebben, komt ondermeer deze naar voren. Waar ligt de gulden middenweg tussen het inperkende zeker weten hoe het zit en het ruimtescheppende nog niet weten wat er aan de hand is?
Middenweg
Door het nog niet te weten koop je tijd om goed te kijken en te luisteren wat zich voordoet, dat te interpreteren en er pas dan wat van te vinden. Bovendien is de kans groter dat personen en partijen zich door een onderzoekende houding eerder uitgenodigd voelen om mee te doen en mede-eigenaar worden van de uitkomsten. Te vroeg iets zeker weten leidt tot afhaken – “Ja, dat vind jij”; “Ze weten toch al wat er uit moet komen”. Zeker weten is op zijn plaats als resultante van een gezamenlijk onderzoek naar probleem en oplossing: “Wij weten zeker dat dit een begaanbare weg is”. De hypothese is de gulden middenweg daar naartoe: “Het zou kunnen dat we die kant op moeten”.
Vergelijkbare stukjes:
proces en inhoud
probleem en oplossing
reflex en reflectie
snel en langzaam
praten en luisteren