Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Traditioneel

Raadselen van de maatschappij heet de bundel opstellen en gesprekken die verscheen ter gelegenheid van 100 jaar academische sociologie in Nederland. Kennelijk is individualisering een van die raadselen, want Peer Scheepers en Inge Sieben schreven er een kort hoofdstuk over. Nederlanders zijn in honderd jaar “opgeschoven van traditioneel, conservatief, materialistisch en collectivistisch naar modern, progressief, postmaterialistisch en individualistisch” – en die veranderingen vang je onder de noemer individualisering. Die individualisering wordt aangeblazen door technologische vooruitgang, urbanisering en rationalisering die zich over tal van terreinen, van productie tot sport, verspreidt.

Door al die moderniseringsprocessen zijn we, schrijven Scheepers en Sieben, van denken vanuit het collectief opgeschoven naar denken vanuit het individu. We willen autonoom kiezen. Onze opvattingen en gedrag worden meer seculier en onze waarden meer emancipatoir.

Echt

De Volkskrant begon onlangs een serie over de “Wij/Zij-maatschappij”. Eerste aflevering: hoe individualistisch zijn we nu echt geworden? Het antwoord is genuanceerd. Er zijn weliswaar eenduidige tekenen van individualisering, maar om nu te zeggen dat we ons dus minder verbonden voelen met elkaar en met hoe we samenleven… We zijn en blijven gevoelig voor sociale beïnvloeding: de keuzes die we maken lijken sterk op de keuzes van de mensen om ons heen. We willen graag bij een groep horen. En we doen nog altijd veel vrijwilligerswerk.

Scheidslijn

Scheepers en Sieben waarschuwen ervoor dat opleiding de nieuwe scheidslijn in onze samenleving is; de Volkskrant voegt daar de inkomenskloof aan toe. En in het rapport Eigentijdse ongelijkheid tekent het Sociaal en Cultureel Planbureau op dat een op de zes Nederlanders achterstanden heeft in economisch kapitaal (opleiding, beroep, inkomen, vermogen), sociaal kapitaal (wie je kent), cultureel kapitaal (waar je bij past) en persoonskapitaal (gezondheid, aantrekkelijkheid).

Sneller

Eh, wacht even. Dat rijtje doet me sterk denken aan het onderscheid tussen de Yavis en Hounds dat William Schofield ooit maakte in de wereld van de psychotherapie. Ben je Young, Attractive, Verbal, Intelligent en Succesful, Yavis dus, dan ben je voor hulpverleners een aantrekkelijke hulpvrager. Je spreekt hun taal en de kans op een succesvolle therapie lijkt groter. Aan wie Humble is en Old, Unwanted, Nonverbal en Dumb, valt geen eer te behalen. Zij worden sneller doorverwezen naar elders.

Selectie

Het gaat om het selectiemechanisme.  Voordelige eigenschappen worden beloond en versterkt waardoor de kloof tussen dezen en genen alleen maar groeit. Het ligt voor de hand te vermoeden dat dat in procesmanagement ook zo werkt. Het is een talig vak dat wordt ingezet bij ingewikkelde vraagstukken, het helpt als je patronen kunt vinden in een grote berg informatie, inzicht hebt in jezelf en anderen, en de vraag achter de vraag kunt zien. En daarmee is het risico groot dat we het in de toepassing van dat vak vooral kunnen vinden met deelnemers en stakeholders die goed in hun kapitaal zitten.

Risico

Dat geeft ongemak, en ik denk dat mede daaruit de belangstelling voor en groei aan fijnzinnige participatievormen is te verklaren, waarmee we groepen op maat bedienen, al naar gelang hun gesteldheid, zodat iedereen kan meepraten en -beslissen. Dat is heel goed, want beter dan niets. Het risico is wel dat we het ongelijke speelveld en bestaande machtsverhoudingen ermee bestendigen – tenzij we ook structureel iets gaan doen aan het verkleinen van de kapitaalsachterstanden. Maar dat is eerder een politieke dan een professionele opgave.