Raak
Die ene keer dat in Nederland een partijcongres op TV werd uitgezonden was het meteen goed raak. De CDA-leden waren diep verdeeld over de vraag of ze met de VVD in een kabinet moesten stappen dat werd gedoogd door de PVV. Dat leverde spektakel op in woord en beeld. De openbare liefdesverklaring van Camiel Eurlings aan Maxime Verhagen bijvoorbeeld. De tranen die de laatste net niet plengde bij zoveel genegenheid… Een beetje potsierlijk was het wel. Daartegenover de integere bijdrage van Hannie van Leeuwen, zo’n typische door de wol geverfde CDA-politica en bestuurder, bloedgroep ARP. Toen al op leeftijd en even principieel als altijd: doe het niet! Het had geen effect, maar maakte wel indruk.
Indruk
En überhaupt moet Hannie van Leeuwen – ze overleed in 2018 – veel indruk hebben gemaakt: er bestaan maar liefst twee jaarlijkse, naar haar vernoemde lezingen. De ene wordt georganiseerd door de jongerenvereniging van het CDA, de andere door de Koepel Adviesraden Sociaal Domein. Voor de jongeren ben ik te oud, bij de Koepel ben ik betrokken en daarom hoorde en zag ik daar onlangs zowel Marjolein Moorman, wethouder onderwijs van Amsterdam, als directeur van het SCP Karen van Oudenhoven-van der Zee.
Praktisch
Moorman hield een concreet verhaal over hoe ze probeert achterstanden te bestrijden onder het motto “Ongelijk investeren voor gelijke kansen”. Heel precies kon ze laten zien hoe de ongelijke verdeling van economisch, sociaal, cultureel en persoonskapitaal geografisch uitpakt – en waar je dus vooral de schaarse overheidsmiddelen wel én niet moet uitgeven om effect te sorteren. Daardoor werd haar verhaal in tijd en ruimte overzichtelijk en praktisch.
Groot
Van Oudenhoven baseerde haar lezing op het opstel dat ze in 2024 schreef met de titel Burgers gelijkwaardig aan de ontwerptafel van beleid. Met grote stappen erdoorheen: “Mensen met weinig hulpbronnen” ervaren onzekerheid en controleverlies, zijn op zoek naar houvast en staan wantrouwend tegenover de overheid. Er ontstaan “breuklijnen in de samenleving”, ook doordat mensen alleen nog gelijkgestemden tegenkomen. Daarom is een “Groot Verhaal voor Nederland” nodig – daar wordt beleid integraler van en accepteren mensen gemakkelijker dat ze niet precies krijgen wat ze willen. Overigens moeten burgers als medeontwerpers aan de beleidstafel worden uitgenodigd.
Stuk
Leuk om te lezen en beluisteren, maar ik heb mijn twijfels bij het pleidooi voor het Grote Verhaal. Want je kunt ook zeggen dat Grote Verhalen meer stukmaken dan helen. Juist doordat ze waardegedreven zijn nodigen ze uit tot polariseren en uitsluiten. Het verhaal dat “de markt” beter dan de overheid beleid kan uitvoeren bijvoorbeeld. Of neem de Grote Sprong Voorwaarts, die een achterwaartse salto mortale bleek te zijn. Of wat te denken van het grote verhaal dat Project 2025 vertelt… Als beleid werkelijk integraler wordt van een Groot Verhaal, is er geen ontsnappen aan en zit ook wie er niet in gelooft erin gevangen.
Klein
Ik zie meer in Kleine Verhalen – evenzeer waardegedreven als praktische leefregels, die ruimte laten voor andere en die indruk maken doordat de uitvoering zwaarder telt dan het ideaal. Zoals het verhaal van Moorman, die ongelijk investeert om gelijke kansen te bieden. Of dat van Hannie van Leeuwen: “Op mijn begrafenis zou ik iedereen een kruikje jenever willen geven (…) en dan zou ik erbij willen zeggen: houd voor ogen dat je d’r bent om wat voor anderen te betekenen. En verder niks.”