Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Vraag

“Wat bedoelt de kunstenaar?” is een foute vraag waarmee bij menige scholier een ontluikende belangstelling voor kunst en cultuur effectief de kop is ingedrukt. Toch heb ik het mij afgevraagd bij Geert Teismans recente boekje “Proceskunst. Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl”, een cahier van de stichting NederLandBovenWater *). Daarin spreekt hij van proceskunstenaars, die proceskunst beoefenen als middel om gebieden vraaggestuurd te ontwikkelen door initiatieven slim aan elkaar te knopen. Althans, dat heb ik uit de tekst bij elkaar gesprokkeld; Teisman zelf noteert nergens precies, wat hij met proceskunst bedoelt. Wel schrijft hij het vaak bij benadering op. Zoals:

“We noemen het vermogen om grensoverschrijdende processen te laten ontstaan PROCESKUNST.” (p.8)

“Proceskunst is het vermogen toegewijd te blijven aan processen, om te gaan met onverwachte besluiten en wendingen bij elke der partijen die tussentijdse verstoring en vertraging veroorzaken en de wendingen die wonderbaarlijke verbetering en versnelling genereren te benutten.” (p.14)

“Proceskunst is het vermogen om in processen te denken te handelen (sic) om vitale processen te laten ontstaan.” (p.21)

“Proceskunst gaat over het nemen van actie, maar meer nog over het organiseren van interactie en het omgaan met interne en externe gebeurtenissen.” (p.31)

Rebranding

Mja, het lijkt wel op rebranding… Raider werd Twix, Jif werd Cif en Smith werd Lays. Libertel werd Vodafone, Era werd Linera, Oil of Olaz werd Oil of Olay, Datsun werd Nissan en procesmanagement werd proceskunst.

Merken worden omgebouwd, vervangen, of samengevoegd vanwege fusies, overnames, strategische allianties, om een negatief voor een positief imago in te ruilen, om marktaandeel te veroveren en de omzet te verhogen, en meer in het algemeen om het hoofd te bieden aan veranderende marktomstandigheden. Terzake van de gebiedsontwikkeling analyseert Teisman dat het nooit meer wordt zoals het voor de crisis was, toen de Grote Drie – rijk, gemeente en ontwikkelaar – de dienst uitmaakten. Om stagnatie te doorbreken moet gebiedsontwikkeling eenvoudiger kunnen. Bovendien moeten particulieren en private partijen meer initiatieven kunnen nemen, die dan proceskunstig “geassembleerd” worden.

Complex

Mij bekroop het idee dat ik dit al eens eerder, maar dan in andere woorden had gelezen – bijvoorbeeld in Geert Teismans proefschrift uit 1995 over complexe besluitvorming **). Daarin analyseert hij de besluitvorming over ruimtelijke investeringen als een coproductie van private partijen, overheden en publieke ondernemingen, die in een netwerk opereren. Hij benadrukt het belang van doelvervlechting, van het koppelen van strategische doelen aan concrete projecten, van het verbinden van actoren in slimme arrangementen voor besluitvorming, kortom, van …assemblage misschien, al heette het toen nog niet zo?

Blijvertje

Teismans analyse van complexe besluitvorming is in de loop der jaren robuust en succesvol gebleken, en heeft veel bijgedragen aan de ontwikkeling van procesmanagement. Maar om er nu iets onnauwkeurigs als proceskunst van te maken?!  Het tweede en leukere deel van het boekje bevat korte case studies en heet “Productieve coproductie” – en dat is de spijker op z’n kop.

Om een merk succesvol te rebranden heb je veel tijd, geld en geduld nodig. Bovendien moet het nieuwe merk een duidelijk herkenbare eigen identiteit hebben. Zou proceskunst een blijvertje zijn?

 

*) Geert Teisman, Proceskunst. Gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, Stichting NLBW 2012, ISBN 9789081710039

**) Geert Teisman, Complexe besluitvorming. Een pluricentrisch perspectief op besluitvorming over ruimtelijke investeringen. VUGA 1995, ISBN 9052507988