Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Tegen

Hoe zou het staan met het plan van de Utrechtse milieuwethouder Van Hooijdonk, om 150 door loting geselecteerde burgers een energieplan te laten maken, waarover ze vertelde in de Volkskrant van 6 januari?

Van Hooijdonk zegt haar inspiratie te hebben opgedaan in het boek Tegen verkiezingen van David Van Reybrouck. Die wil de aan een vertrouwenscrisis lijdende vertegenwoordigende democratie versterken met participatieve elementen. Daarin speelt de deelname van door loting aangewezen burgers een grote rol. Zulke door loting samengestelde burgerfora zouden onderwerpen voor politieke besluitvorming kunnen aandragen, voorstellen schrijven en, in de meeste vergaande vormen, ook over voorstellen kunnen beslissen en op het proces toezien. Loting voorkomt dat louter de usual suspects meedenken, -praten en –beslissen en zou uiteindelijk zowel de effectiviteit als de legitimiteit van de democratie versterken.

Commentaar

Van Reybrouck’s tegendraadse en soms contra-intuïtieve betoog bleef natuurlijk niet onbesproken en onweersproken. Volgens het onvolprezen blog Stuk Rood Vlees blijkt uit empirische data dat er helemaal geen sprake is van een “structurele neergang in politiek vertrouwen of tevredenheid met het functioneren van de democratie.” Felix Rottenberg, de oud-voorzitter van de PvdA ging in een gesprek in Vrij Nederland (leestijd 27 minuten?!?) op zoek naar de uitvoerbare nuance. Dick Pels, oud-directeur van het wetenschappelijk bureau van Groen Links, maakt zijn kachel aan met Van Reybrouck’s “naïeve alternatief”.  Trouw aan de gedachten die hij al ontvouwde in zijn boek “Het volk bestaat niet” uit 2011 zoekt Pels het juist in méér verkiezingen door: “…de kiesmomenten vermenigvuldigen, de verkiesbaarheid van burgers vergroten, de kiesgerechtigde leeftijd verlagen en burgers de kans geven meer dan één partij, en naast partijen ook personen te kiezen.”

Deliberatie

Terug naar Van Hooijdonk – want papier is geduldig en als actieve politica heeft zij tenminste de handschoen opgepakt in een poging “… de bewoners meer te betrekken bij onze milieuambities”. Op de website van de gemeente lees ik dat half februari de uitnodigingbrieven op de mat vallen. Daarna volgt het ‘stadsgesprek’ in drie rondes. “Het is niet nodig om kennis van energie te hebben om mee te doen. Tijdens het gesprek zijn experts aanwezig om vragen te beantwoorden. Ook vragen we experts en belanghebbenden om hun visie en ideeën te delen”, schrijft de gemeente.

Wacht eens – zo’n aanpak lijkt nogal op vormen van deliberative governance, waar al veel langer mee wordt geëxperimenteerd. In Nederland heeft onder meer Maarten Hajer er veel over geschreven. Zulke samenspraken van politici, burgers, experts en belanghebbenden beogen problemen effectiever en met meer legitimiteit aan te pakken, vertrouwen op te bouwen en implementatie te verbeteren. Maar, schrijft Hajer, “Het is hierbij evident dat juist de aansluiting op de bestaande formeel-democratische instituties problematisch kan zijn.”

Handig?

Het is alsof Van Hooijdonk daar al op preludeert, want het stadsbestuur “…neemt het door de bewoners gemaakte plan niet automatisch over. Als er iets heel anders uitkomt dan we verwachten, moeten we bekijken hoe we er politiek mee omgaan.”

Hm. Met Van Reybrouck’s ideeën over loting heeft dat niet veel meer te maken. De wethouder hoopt dat de aanpak het draagvlak voor haar plannen vergroot: “We kunnen de doelstellingen alleen bereiken als de motivatie van binnenuit komt.”

Maar wat is het nu? Een poging om de beleidsvorming bij burgers neer te leggen – met het risico op een zoveelste teleurstelling als “de politiek” de uitkomsten niet tot haalbaarheid kan masseren? Of een handige communicatiestrategie?