Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Katterig

We hadden veel werk gestoken in een offerte en pitch aan de opdrachtgever en zijn secondanten. Diep ademhalen en daar gingen we, en het duurde niet lang of ik zag dat de man niet zat te luisteren maar zich door een grote stapel te ondertekenen stukken heen werkte. Ik zei er wat van, de opdrachtgever zei dat hij ons heus wel hoorde. Tegen beter weten in gingen we door en we stonden niet veel later buiten, met een katterig gevoel én de behoefte te begrijpen wat er niet goed was gegaan.

Actief

“Ik hoor wat u zegt” is steno voor “Het is me opgevallen dat u geluid produceerde maar ik heb er niet naar geluisterd, en overigens vind ik wat ik vond.” Het is in elk geval eerlijk in zoverre dat de ander tenminste niet doet alsof hij luistert door daar een hele show van te maken, inclusief alles wat bij “actief luisteren” hoort: hummen, knikken, de ander aankijken. Een performance met een enkelvoudige boodschap: kijk mij eens goed bezig zijn!

Mis

De ander (aan)horen is een eenzijdige handeling vanuit een bovengestelde positie. Met luisteren leg je relaties en daar ging het bij onze pitch natuurlijk mis: niemand luisterde naar de ander. Want zo goed als die opdrachtgever ons aanhoorde maar niet luisterde, luisterden wij niet naar hem maar hoorden we hem aan: “Hij ziet dit als een verplicht nummer, heeft allang gekozen, waarom zegt hij dat niet gewoon, we staan hier onze tijd te verdoen…” Hier werden verbindingen al doorgeknipt nog voor ze waren gelegd.

Vraag

Er gebeurde precies wat filosofe Miriam Rasch schrijft in haar fraaie boek Luisteroefeningen: “Zoals veel spreken uit is op het innemen van een positie (…) zo is veel luisteren gericht op het inkapselen van wat gehoord wordt (…)”. Beter dan “er iets van te zeggen” had ik dus een vraag kunnen stellen om vervolgens te luisteren naar het verhaal dat me ten antwoord zou zijn verteld.

Cirkel

Het is geen kunst om goed te luisteren – het is een vaardigheid, en bepaald geen gemakkelijke. We kennen allemaal het fenomeen dat de ander je verhaal kaapt om daarna omstandig zijn eigen ervaringen uit de doeken te doen. En altijd is het de ander die dat doet – waaruit blijkt dat die cirkel rond is en we zelf ook nog wel wat te doen hebben om te leren goed te luisteren.

Ruimte

Het is de investering meer dan waard want naast praten en schrijven bestaat mijn werk – procesmanagement als het organiseren van samenwerking – voor een groot deel uit luisteren. Mensen vertellen me wat ze willen, hopen, kunnen, doen, verwachten, bijdragen, verlangen, …  Het is aan mij om er goed naar te luisteren – er niet op voorhand een mening of opvatting over te hebben, het niet in bekende hokjes te willen duwen, maar er open voor te staan en met mijn gesprekspartners te onderzoeken welke ruimte voor gemeenschappelijkheid er in alle verscheidenheid te ontdekken valt, hoe we daaraan handen en voeten kunnen geven en wat we doen met wat als snijverlies over de rand dreigt te vallen.

Oefening

Luisteren is een aandachtig waarnemen, schrijft Rasch. Goed luisteren vergt oefening oefening oefening. De titel van haar boek, Luisteroefeningen, die zich in eerste aanleg zelfhulpachtig laat aanhoren, is bij nadere beluistering dan ook uitstekend gekozen.