Nooit
“Paard bijt hond”, heet een boek van Tom Pauka uit 1991, maar het had ook “Hond bijt klant” mogen heten: nog maar nauwelijks was ik bij Pauka over de drempel gestapt of zijn hond hapte in mijn been. Gelukkig bleek het beest te luisteren naar zijn baas (“AF!”), die vervolgens zei wat iedere hondenbezitter dan zegt: “Dat doet-ie anders nooit hoor.”
Bij Pauka was ik terechtgekomen omdat ik mijn speech voor minister d’Ancona niet rondkreeg. Ik was Brinkman gewend – die meer bestuurder dan politicus was en aan een half A4-tje met steekwoorden genoeg had om er zelf een verhaal van te breien. Maar voor d’Ancona was het persoonlijke politiek, en daarom viel het niet mee voor haar een toespraak te schrijven.
Raad
Pauka wist wel raad, dacht ze. Lichtelijk bevangen reisde ik af. Van Pauka wist ik dat hij voor de VARA had gewerkt en voor PvdA-coryfeeën als Den Uyl en Van Thijn, en dat hij de oprichter was van een succesvol adviesbureau. Maar hij kwam open en beminnelijk over en bewerkstelligde dat ik tegelijk op mijn gemak (het komt wel goed) én op mijn hoede was (maar je moet wel opletten). Dat gaf stof tot nadenken.
Dat was toen zo, en nu weer, bij het lezen van “Het geluk van links” – zijn “op de toekomst georiënteerde terugblik” op een lange loopbaan als politiek adviseur *). Er valt veel te leren van iemand die zo lang nabij de macht heeft gewerkt en die heel wat politici, bestuurders en andere beslissers geholpen heeft, hun optochten te organiseren. “Beperkt discreet maar niet onvriendelijk” vertelt Pauka over zijn en andermans successen en fouten. En zo (maar je moet wel opletten) kun je het een en ander bij elkaar schooien aan do’s, don’ts en spelregels van het adviseursvak. **)
Visie
Maar nog veel te weinig wat mij betreft. Ik had veel meer willen lezen over zijn avonturen met Den Uyl, Van Thijn, Kok, Bos, Klein, Van der Louw, Joke Kool-Smit. En waar is Bram Peper eigenlijk, en Max van den Berg? Wat deed hij voor Gerdi Verbeet? Hoe hield hij het als sfeermaker meer dan veertig jaar in de coulissen uit? Waarom had hij het luisterend oor van pakweg vier politieke generaties?
Maar Pauka had ruimte nodig voor zijn visie op de volksvertegenwoordiger (die moet een amateur zijn, politieke vertegenwoordiging is geen beroep), op het ontstaan en de toekomst van de onderklasse die hij de verongelijkten noemt en op een nieuwe agenda voor de sociaal-democratie.
Politiek
Ook leuk, maar uit professioneel oogpunt wilde ik liever meer over Pauka’s advieswerk lezen. Tot ik me realiseerde dat zijn boek een positief antwoord is op de titel van het eerste hoofdstuk: “Heeft de adviseur een mening?” Volgens Pauka heb je als politiek adviseur een beginsel nodig dat overeenstemt met “het hart en de ziel” van je partij, want je moet eraan meewerken “dat de politicus uiting blijft geven aan waar zijn partij voor staat”. Met zijn agenderende visies is Pauka dus nog hard aan de adviserende arbeid voor Samsom c.s.
OK, maar (je moet wel opletten) hij heeft het woordje “politiek” erbij gesmokkeld. Hoe zit het als je “gewoon” adviseur van een politicus bent?
*) Tom Pauka: Het geluk van links. Nijgh & Van Ditmar 2013, ISBN 978 90 388 9656 4
**) Maar dat gaat nog beter in alleen nog tweedehands te krijgen oldies als Paard bijt hond, De banaan wordt bespreekbaar en Banaan voor gevorderden.