Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Pinokkio

Het was wel even slikken toen Charlie Aptroot in september 2012 de Tweede Kamer verliet om burgemeester te worden van Zoetermeer. Met hem als volksvertegenwoordiger voor auto’s, automobilisten en asfalt was het immers never a dull moment. Zo zag hij er geen been in om voor de camera van KRO’s Brandpunt miljarden op ontwikkelingshulp te willen bezuinigen om daar dan de automobilist “meer dan tevreden mee te stellen”. Het is net of hij Fons de Poel vorsend aankijkt: provoceer ik al genoeg of zal ik er een schepje bovenop doen? Hij kreeg de Pinokkioprijs voor zijn uitspraak dat in Denemarken sinds het verhogen van de maximumsnelheid naar 130 het aantal verkeersdoden was gedaald, terwijl het juist fors was gestegen.

Paddenpoel

Gelukkig is Ton Elias een meer dan adequate vervanger. Ook hij weet het lekker smeuïg te formuleren. Zoals bij de begrotingsbehandeling, eind vorig jaar, van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Volgens Nu.nl zei Elias toen: “Mensen werken niet de hele week hard om vervolgens de overheid grote hoeveelheden geld te laten gooien naar de aanleg van een paddenpoel of de verplaatsing van een paar oude bomen ‘met hun eigen verhaal’”. Verder zou hij de inspraak van instanties en belangengroepen willen beperken en gewezen hebben op “onderzoeksrapporten” waaruit zou blijken dat de besluitvorming “zou moeten worden overgelaten aan bestuurders”.

Even de feiten checken in de Handelingen van de Tweede Kamer. Daar zijn weliswaar de eh’s en ah’s uit weggepoetst, alsmede de zinnen die van ergens naar nergens gaan, maar de afspraak is nu eenmaal dat wat daar staat gezegd is. En dan klopt dat geld weggooien heel behoorlijk, maar dat van die onderzoeksrapporten niet. Jammer, ik had wel eens wetenschappelijk bevestigd willen zien dat men besluitvorming moet overlaten aan bestuurders.

Elverding & Schoof

Elias blijkt echter te verwijzen naar het rapport van de commissie-Elverding uit 2008, voluit de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten, en dat van de commissie-Schoof uit 2012, die de besluitvorming rond de verbreding van de A27 onderzocht. Hij leest in beide rapporten de oplossing voor een poldermodel waarin burgers “…in de waan (worden) gelaten dat zij mogen meepraten over de aanleg van een weg tot zo ongeveer nadat de wegmarkering is aangebracht…”. “Besluiten worden door bestuurders genomen en wanneer een besluit eenmaal is genomen, wordt er ook aan vastgehouden”, vindt Elias.

Sneller en beter

Het rapport van Elverding resulteerde in de aanpak van Sneller en Beter, die vooral bepleit om bij infrastructurele projecten vroegtijdig “alle betrokken burgers, bedrijven en belangenorganisaties te betrekken”. Dit stijlbloempje komt uit de Code Publieksparticipatie, opgesteld door het gelijknamige Centrum van de rijksoverheid. Schoof – wiens rapport een goede indruk geeft hoe ingewikkeld het is om een besluit voor elkaar te krijgen – concludeert dat bij de A27 de verwachtingen van bewoners en anderen niet goed zijn gemanaged. Die dachten te mogen meebeslissen, maar ze mochten alleen “participeren”.

Ok, het gaat dus over de aloude participatieladder die loopt van informeren tot meebeslissen, en de gulden regel dat je nooit meer moet beloven dan je kunt waarmaken. Iedereen die weleens een informatieavond heeft georganiseerd weet dat je dan niet de indruk moet wekken dat wie komt ook mag meedenken of -beslissen. Maar commissies, centra, noch volksvertegenwoordigers kunnen participanten natuurlijk verhinderen daarvoor Oost-Indisch doof te zijn en het uit alle macht toch te proberen.