Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Informatief

“Daar stonden voor het bombardement ook woningen.” Met dat finale argument verkocht de gemeente het laatste lapje openbaar groen in de wijk. De buurtkinderen moesten op zoek naar een nieuw speelweitje. In collectief particulier opdrachtgeverschap werden er 8 panden op geperst. Stenen voor groen, huizen voor bomen, dat ligt niet lekker en dus kwamen er diverse participatieavonden, nou ja, bijeenkomsten met een informatief karakter, waarin de toekomstige bewoners vertelden hoe geweldig ze de wijk vonden en hoe graag ze er kwamen wonen. Niettemin was binnen een paar jaar de helft van de huizen al een keer doorverkocht tegen verdubbelde prijzen.

Ontwikkelaar

Elders in de wijk een ouderwetse herontwikkeling binnen de kaders van het beschermde stadsgezicht. Een deel van de openbare ruimte is in gebruik als opslag voor bouwmaterialen, een straat is al een paar jaar afgesloten om als bouwplaats te dienen, aanwonenden rijden maar een blokje om. Hier van de “ketensamenwerkende” ontwikkelaar geen charmeoffensief; de participatie beperkte zich tot een A4-tje in de brievenbus van de buren.

Spelregels

Een maatje groter is de participatie over de toekomst van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport – voorheen Zestienhoven. De bewonersvereniging claimde onlangs, uit het overleg te zijn gegooid omdat ze niet binnen een paar dagen wilde reageren op een dik rapport. De participatieorganisatie zegt dat de vereniging nog niet akkoord was gegaan met de spelregels. Hoe dan ook: veel ongenoegen, de provincie zoekt het uit.

Essay

Participatie – het is niet snel goed en levert vaak veel gedoe op, wat leidt tot in meer of mindere mate geknakt vertrouwen, beschaamde verwachtingen, verloren hoop, gebroken relaties… Het essay van Verheul c.s. over door private partijen georganiseerde omgevingsparticipatie, dat onlangs verscheen onder auspiciën van Platform 31 en de TU Delft, is daarom meer dan welkom. De auteurs gaan in op “misverstanden, frustraties en tegengestelde verwachtingen”. Ook benoemen ze succescriteria – zoals het ontstaan van meer draagvlak, weinig of geen rechtszaken, grotere democratische kwaliteit van het planproces, verrijking van de oorspronkelijke plannen.

Conflict

Veel verwachtte ik van het hoofdstuk over tegengestelde belangen en conflict. Ook omdat de auteurs vaststellen dat de meeste publicaties daaraan voorbijgaan. Een herkenbare diagnose. Aan participatie worden vaak mooie motieven verbonden, zoals het mobiliseren van burgerkracht, het gebruik maken van de kennis en inzichten van de bewoners zelf, het vergroten van het democratisch gehalte van de besluitvorming. Maar dat doet geen recht aan de keiharde, zij het verbloemde, belangenstrijd die participatie vaak is.

Kernwaarden

Daarover mag je in een publicatie over door private partijen te organiseren participatie breed uitpakken vind ik. Maar dat valt een beetje tegen. De participatieladder komt langs, het beschermen van kernwaarden van partijen als middel om een potentieel conflict te demonteren, het herhaaldelijk maken van uitvoerige actorenanalyses om zicht te houden op de belangen van participanten, en uiteraard de mutual gains approach die tot win-winoplossingen zou leiden.

Geloofwaardigheid

Maar ik was graag bijgepraat over de laatste inzichten in hoe om te gaan met de asymmetrie tussen private partijen en bewoners bijvoorbeeld, als het gaat om geld, deskundigheid, tijd.  Over het weinig inclusieve van veel participatietrajecten, die een stevig beroep doen op het overzicht in tijd en ruimte, het abstractievermogen en de taalgevoeligheid van deelnemers. Over hoe je macht mobiliseert en ontregelt. En natuurlijk ook over de geloofwaardigheidskwestie die onmiddellijk op tafel ligt als een private, belanghebbende partij de participatie organiseert over zijn eigen initiatief.