Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Schrappen

Als je uit de krant van gisteren, vandaag of morgen alle categorieën zou schrappen, dan hield je geen betekenisvol bericht meer over, maar hooguit een verzameling woorden zonder betekenisvolle samenhang. Het gaat in de krant over muzikanten in de schaduw, Rotterdamse scholieren die meer taal en rekenen krijgen, politici die op vakantie dikke boeken lezen, over Australische pop en waarom die zo goed scoort, volgens Bear Grylls is luxe voor losers, en over de voormalige president-commissaris van Delta Lloyd, macro-econoom Jean Frijns, zegt een studiegenoot: “…de intelligente studenten kozen voor macro-economie, de anderen voor bedrijfseconomie.” Et cetera.

Automatisch

“Categorization is not a matter to be taken lightly. There is nothing more basic than categorization to our thought, perception, action, and speech” schrijft linguïst George Lakoff in zijn standaardwerk Women, Fire, and Dangerous Things. What categories reveal about the mind. En met die titel brengt Lakoff meteen een belangrijk punt over de thuisplaat: wat bij elkaar staat zijn we geneigd als categorie te zien, onderdelen van een categorie hebben eigenschappen gemeen en uit slordigheid en onoplettendheid denken we nu dat vrouwen gevaarlijk zijn terwijl dat er bij aandachtig lezen helemaal niet staat… Doordat we categoriseren, geven we betekenis aan wat we meemaken, aldus Lakoff, en we doen het overwegend automatisch en onbewust.

Doelen

Categoriseren heeft grote effecten, en wie het bewust inzet heeft een krachtige interventie in handen. Zie de in- en out-groups van een vorig blogje, het wij tegen zij dat we op allerlei manieren en in vele gedaanten tegenkomen, waar sommigen iets willen dat anderen niet of niet op die manier willen. Zulk categoriseren versterkt het groepsgevoel, geeft ons een identiteit en vergroot de waardering voor de leden van de eigen categorie, maar is niet per se bevorderlijk voor het samenwerken. Wil je dat groepen samenwerken, geef ze dan doelen die ze slechts kunnen behalen als ze de handen ineen slaan, schreef Mlodinow. Maar voor succes is meer nodig.

Spel

Dat blijkt steeds als we een spel spelen waarin groepen van 5 tot 10 mensen een object zo precies mogelijk moeten nabouwen met blokjes van verschillende grootte. Elke groep is verdeeld in kijkers, informatieoverdragers en bouwers. Alleen de kijkers mogen het object bekijken en aan de informanten vertellen wat ze zagen, alleen de informanten mogen aan de bouwers vertellen wat ze moeten bouwen en alleen de bouwers mogen bouwen. Dan blijkt dat die categorisering leidt tot groepjesvorming binnen de groep, en als het even tegen zit is het al gauw wij, de bouwers, tegen zij, de informanten. Of wij, de informanten, doen ons werk wel goed, maar zij, de kijkers, weten niet waar ze mee bezig zijn.

Procedures

Alleen een gemeenschappelijk doel is niet genoeg om de samenwerking goed te laten verlopen. De groep die de onderlinge communicatie tussen de groepjes vlot, helder en vrij van misverstanden weet te organiseren, brengt het er ’t beste van af. En dat betekent niet alleen duidelijk kunnen verwoorden of tekenen wat je wilt, maar vooral het ontwikkelen en hanteren van eenduidige procedures. Afspraken maken over de omvang van de informatiebrokjes die je elkaar toespeelt, over de categorieën die je gebruikt om die informatie mee over te dragen (“bouwblokje zus op plek hier”) en over de interpretatie daarvan (“zus” is niet “zo” en “hier” is niet “daar”).