Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Eenzijdig

Het innovatiebeleid is eenzijdig, omdat we te weinig investeren in een betere bedrijfscultuur. Met die boodschap kwam Henk Volberda, hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit, een aantal maanden geleden volop in het nieuws. Hij had uitgedokterd dat sociale innovatie voor meer dan 75% bepaalt of een bedrijf succesvol innoveert. Curieus dat die boodschap nu werd opgepakt, want Volberda verkondigt haar al jaren en hij heeft inmiddels een indrukwekkend corpus aan onderzoek en publicaties gerealiseerd. Wat kunnen we ervan opsteken voor de do’s en dont’s van een procesmanager?

Organisatie

Mensen die met elkaar een aantal processtappen doorlopen, hebben als groep wel iets van een tijdelijke organisatie met informele trekken. Ze zijn bij elkaar gekomen of geharkt om ideeën tot ontwikkeling te brengen, obstakels uit de weg te ruimen of complexe besluitvorming voor elkaar te krijgen. Als dat gedaan is, gaat ieder weer zijns weegs. Maar voor het zover is voeren ze tot op zekere hoogte een gezamenlijke strategie en tactiek. Ze zetten schaarse middelen in om vooruitgang te boeken: tijd, geld, kennis en kunde, hun netwerken, besluitkracht, et cetera.

Van procesdeelnemers wordt ondermeer verwacht dat zij bestaande belangen en behoeften combineren tot oplossingen, die op draagvlak en draagkracht kunnen rekenen. En vaak is dat meer dan op zoek gaan naar de grootste gemene deler of het kleinste gemene veelvoud. Ze moeten ook in staat zijn hun eigen en andermans belangen en behoeften in een nieuw licht te zien of zo nodig te herdefiniëren, zodat nieuwe oplossingsmogelijkheden ontstaan die meerwaarde brengen. Veelal kunnen ze terugvallen op de faciliterende capaciteiten van een procesmanager. Die houdt de gemeenschappelijke ideeën en doelen vitaal, bewaakt de spelregels en het speelveld en brengt waar nodig de randvoorwaarden aan waardoor deelnemers voluit en met kans op succesvolle afronding mee kunnen doen.

Hefbomen

Sociale innovatie heeft dynamisch managen, co-creatie, flexibel organiseren en slimmer werken als hefbomen, aldus Volberda *). Dat levert meer aanknopingspunten op dan ik in dit verband kwijt kan. Ik pik er een paar uit. Bijvoorbeeld “dynamisch managen”. Dat wil zeggen dat het management de noodzaak voor verandering herkent, een aantrekkelijke visie formuleert en deelt, alsmede  samenwerking en integratie tussen functies bewerkstelligt. Voor een procesmanager zou dat kunnen betekenen dat hij in staat moet zijn om kansrijke combinaties van belangen en behoeften te herkennen, en personen en partijen daartoe weet te stimuleren. En het helpt als hij er een neus voor heeft, wat procesdeelnemers aan de voortgang kunnen bijdragen en hoe die bijdragen met elkaar te verknopen zijn.

Flexibel organiseren

Flexibel organiseren betekent dat je een organisatie heel snel kunt aanpassen aan verander(en)de omstandigheden, zelforganisatie wilt optimaliseren en de balans weet te vinden tussen innovatie en efficiency. Een proces is inherent flexibel van organisatie doordat het vaak in meer dan 1 ronde is vormgegeven en personen en partijen afhankelijk van noodzaak en omstandigheden per ronde aanschuiven of (tijdelijk) afscheid nemen. Maar het is dan wel de kunst die in- en uitstroom zonodig te bevorderen en tijdens een procesronde te handelen vanuit het inzicht dat deelnemers niet zozeer leiding nodig hebben als wel stimulans, bemoediging en verantwoordelijkheid. En de balans tussen innovatie en efficiency ligt in de focus van een proces op draagvlak en draagkracht voor oplossingsrichtingen. ’t Is immers geen speeltuin of hobby, maar “gewoon” werk.

Een volgende keer meer.

*) Zie bv. Volberda, Henk & Menno Bosma. Innovatie 3.0. Amsterdam: Mediawerf, 2de druk 2012