Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Resistent

De enige bestuurslaag die opmerkelijk resistent blijkt tegen herindeling en schaalvergroting is de provinciale. Aan het Rijk heeft het niet gelegen. Dat probeert al sinds jaar en dag de provinciale bestuurslaag te saneren. De laatste was minister Plasterk. Die moest uitvoering geven aan het stellige voornemen uit het regeerakkoord van Rutte II: “De provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland worden samengevoegd (…) Met de overige provincies bespreken we initiatieven gericht op vergroting van de provinciale schaal.” Het werd al snel stil rondom dit initiatief. In Rutte III is er niets van terug te vinden.

Handvol

Een handvol kabinetten daarvoor speelde de vorming van stadsprovincies. De grote steden in de Randstad moesten een soort provincies worden. Dan zouden ze beter de grootstedelijke problematieken van milieuvervuiling, verkeersverstopping en ruimtegebrek te lijf kunnen gaan. Wat er van Noord- en Zuid-Holland overbleef zonder Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, zou dan samen één provincie Holland vormen, was het idee.

Verkavelen

Er werd door bestuurders, ambtenaren, wetenschappers, consultants, burgers, andere overheden en bedrijfsleven druk geschaakt om hun belangen (geld, grond, taken, bevoegdheden, prestige) zo gunstig mogelijk te verkavelen. Met vele anderen probeerde ik toen voor de provincie Noord-Holland uit te dokteren, wat er kwam kijken bij een goede strategische koers. Dat was soms moedeloos makend veel.

Opties

Gelukkig kwam ik toen Paul Valens tegen. Door hem leerde ik zò tegen die strategische vragen aan te kijken, dat ze wel serieus maar niet ernstig zijn, en wel ingewikkeld maar niet moeilijk. En lijken ze dat wel, dan is het zaak het speelveld te vergroten, meer problemen te formuleren en zodoende je opties uit te breiden.

Leermeester

Valens, die eind augustus overleed en voor wie in de NRC van zaterdag een In Memoriam stond, was voor mij een leermeester. Een groot woord, maar het past. Hij heeft de manier waarop ik de krant lees en TV kijk veranderd. Eind 1994 had ik voor het eerst met hem te maken. Ik volgde de leergang Sturen van Verandering in Organisaties (SVO) van het Sioo. Valens verzorgde daarin een driedaags seminar over strategisch handelen.

Bovary

Als hij ons in groepjes aan het werk had gezet las Valens uitgebreid de krant en als hij die uit had ging hij verder in Madame Bovary – een belangrijk boek over strategie, aldus Valens, die het niet nodig vond zijn opmerking toe te lichten. Af en toe deed hij een ronde. Hij luisterde even naar de discussie en trok dan met een filerende vraag of een demonterende opmerking het vloerkleed onder ieders voeten vandaan, zodat we gedwongen waren onze opties te vergroten. Zo bracht hij in praktijk wat hij doceerde.

Eindelijk

In mijn aantekeningen van toen lees ik, dat “…dit SVO eindelijk ergens op gaat lijken. De trainer, Paul Valens, vind ik een kei – een scherpzinnige en zeer rijk associërende man, met een puntig taalgebruik, die graag mag “demonteren”. Wie een presentatie houdt komt er niet gemakkelijk vanaf. Zijn verhalen over de linksbovens en rechtsonders, de bruine en de blauwe jasjes, het lezen en analyseren van jaarverslagen en advertenties… En daarover een onuitputtelijk archief van beelden en voorbeelden bij je hebben!”

Dat was toen nog in de vorm van overheadsheets. Gelukkig is die beelden- en woordenrijkdom via zijn website nog steeds toegankelijk en hopelijk blijft dat zo. Gaat dat zien!