Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Limbo

Succes of falen van een nota, leerde ik als beginnend ambtenaar, valt ondermeer af te leiden uit de aandacht die de politiek eraan geeft. Uitgebreide plenaire behandeling is het beste, bespreking in een commissie is al minder, een voetnoot in een vragenuurtje duidt op mislukking en wordt de nota een hamerstuk, dan is ze beland in het limbo van non-descripte beleidsvoornemens.
Toch heb ik willens en wetens en met veel plezier ooit een nota voor de prullenbak geschreven. Daarin bracht ik gedetailleerd in kaart wat de gevolgen zouden zijn van een voorgenomen kerntakenoperatie. Naar zijn effecten noemde ik het stuk de knuppelversie.

Markt

Wie kan beter voorzien in onze behoefte aan elektriciteit: de overheid of de markt? En water? Welzijn? Openbaar vervoer? Beheer en onderhoud van (vaar-)wegen? In de tijd dat deze vragen als retorisch werden opgevat werkte ik bij een overheidsorganisatie die, gegrepen door het marktdenken, onvervaard in eigen vlees wilde snijden. De redenering was eenvoudig: dankzij het simpele mechanisme van vraag en aanbod heeft de markt altijd gelijk en leveren marktpartijen per definitie goedkopere en betere producten dan de monopolistische en logge overheid ooit zal kunnen. Bovendien dwingt de tucht van de markt af, dat die producten innovatiever zijn en beter aansluiten op de behoeften van de klant dan overheidsproducten ooit zullen kunnen.

Gewapend met deze inzichten legden we alle taken onder het vergrootglas. Dat leidde tot voorzichtige en stoutmoedige varianten van een strategie om ons tot de kerntaken te bepalen. In de meest rigoureuze hielden we alleen maar taken over die een directe democratische legitimering vereisten. En dan nog… zolang je het toezicht maar goed regelt, is bijna alles wel te decentraliseren, verkopen of op afstand te plaatsen, redeneerden we.

Afstrepen

Varianten zijn er om af te strepen. En om dat goed te kunnen doen, moet je hun uitwerking exploreren. Komen de effecten van een variant overeen met de bedoeling die je had? Zo paste die rigoureuze variant perfect in de tijdgeest van meer markt en minder overheid, maar hielden we nog wel een overheid van enige betekenis over? En wat zou “de politiek” daarvan vinden? Om ons daar een betrouwbare voorstelling van te kunnen maken schreef ik als een nota uit, wat de overheid dan nog deed, met hoeveel geld en hoeveel medewerkers. Het bleek een buitengewoon inzichtgevende exercitie. Omdat ook politici niets hebben aan een overheid die zo lean is dat ze geen vuist meer kan maken, kozen we ervoor hen een variant met meer slagkracht voor te leggen.

Prullenbak

De nota, geschreven voor de prullenbak, had dus goed gewerkt. Veel later las ik daar in het recept van de gebroeders Heath om ideeën kleefkracht te geven een leuke verklaring voor *). Zij schrijven SUCCESs voor: hou het Simple, Unexpected, Concrete, Credible, Emotional en vertel het met Stories. Dat was met de prullenbaknota in ieder geval gedeeltelijk gelukt. Een nota is immers een soort ambtelijke vertelling om gebeurtenissen en uitkomsten te verkennen. Structuur en idioom geven het verhaal geloofwaardigheid en de gedetailleerde beschrijving van effecten maakt het concreet. Het is niet gebruikelijk een nota te schrijven om haar weg te gooien, en de naam bracht haar boodschap eenvoudig en met emotie over.

*) Zie Heath, Chip & Dan Heath. Made to stick. Why some ideas survive and others die. New York, Random House, 2008