Wandkleed
Bekers en medailles, boeken, foto’s, schilderijen, posters, een spiegel, planten, een wandkleed, niets, speelgoed, archiefmappen, een lamp, de keuken, delftsblauwe huisjes, tinnen potjes, goh een letterkast (lang niet gezien!), de tuin, een kast, kleren op een hangertje, een deur, een lijstje met… ja wat eigenlijk?!
Dankzij het alomtegenwoordige videobellen, online trainen en virtueel samenwerken komen we meer dan ooit bij elkaar over de vloer en zien we waarmee onze collega’s, samenwerkingspartners en klanten hun thuisdecors hebben bekleed.
Decor
We staan allemaal dagelijks op het toneel; nu vooral nog thuis, tegen een achtergrond die we eigenhandig hebben opgetrokken. Dat decor maakt deel uit van ons “zelf”. We zeggen ermee iets over onze interesses en preoccupaties, onze huisgenoten, onze leefomstandigheden, onze smaak, afkomst en geschiedenis. Meer dan ooit tonen we een deel van wie en wat we (willen) zijn en hebben we daar zelf de regie over. Ook de geblurde of virtuele achtergrond (maan, bos, waterval) is een mededeling, net zo goed als die ene deelnemer aan een groepsgesprek die zich softwarematig had verkleed als pratende courgette.
Informatie
Overdracht van informatie is een van de stuurvariabelen in procesmanagement. Daarom zijn al die achtergronden mij meer dan welkom. Ik zie ze als onuitgesproken mededelingen van de thuiswerkplekbewoner. Het zijn bronnen van informatie waar ik kennis van kan maken. Dan verbind ik die informatie met wat ik al van mijn gesprekspartner weet, met aanleiding en doel van ons gesprek, met de context van het probleem waar we een oplossing voor moeten vinden. Zo wordt die info een betekenisvol onderdeel van een groter verband en krijgt het zelf van mijn gesprekspartner nog meer reliëf. En natuurlijk presenteer ik tegelijk ook mij(n) zelf op het toneel.
Maar het blijft behelpen. Van personen van lijf en leden zijn we gereduceerd tot talking heads, niet elke webcam geeft een scherp beeld en de wifiverbinding is ook niet altijd je dat. En dat hindert onze voorstelling.
Droom
Toen ik pre-corona een rol kreeg in het weer op gang brengen van een gestokte gebiedsontwikkeling maakte ik ter voorbereiding een rondje langs de velden. Ik kwam op de koffie bij een recreatieondernemer. Achter zijn bureau hing een grote, gedetailleerde en met de jaren wat vergeelde tekening van het te ontwikkelen gebied. Ik vroeg ernaar en het bleek de droom te zijn van zijn oudere broer, na wiens overlijden hij de zaak had voortgezet. Hij vertelde over de visie waar die broer jaren aan had gewerkt. Zijn toon bleef zakelijk, maar uit een microscopisch kleine zucht, een net iets zachtere stem, een stilte die een milliseconde te lang duurde en een lachje dat eerder spijtigheid dan vrolijkheid leek uit te drukken, maakte ik op dat de ondernemer niet alleen zijn eigen zakelijke belangen behartigde maar ook de visie en droom van zijn broer wilde realiseren.
Microdetails
Zou ik dat alles ook hebben opgemerkt als ik het rondje langs de velden virtueel had moeten doen? Ik betwijfel het. Via de webcam zie je een op zijn best redelijk gedetailleerd pratend hoofd in een deel van zijn context. De zo informatierijke microdetails in de (non)verbale communicatie gaan gemakkelijk verloren als de netwerkverbinding even hapert. De extra informatie uit al die nooit eerder geziene achtergronden maakt dat maar deels goed. Het is hopelijk geen “nieuw normaal”, maar hoe dan ook een omstandigheid waarmee we het voorlopig moeten doen.