Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Ongezouten

Wat zou Anton Zijderveld, die met Peter Berger ooit de Lof der Twijfel bezong, hebben gevonden van de stand van het publieke debat waarin de ongezouten meningen over elkaar buitelen en de twijfel ver te zoeken lijkt?

Betekenis

Noem het beroepsdeformatie, maar ik had verwacht dat de kranten uitgebreider zouden stilstaan bij zijn overlijden begin deze maand. Het bleef bij relatief bescheiden necrologieën, waarin de meeste aandacht dan ook nog eens uitging naar zijn betrokkenheid bij de politiek in het algemeen en het CDA van rond de millenniumwisseling in het bijzonder. Zijn grote betekenis voor de ontwikkeling van de sociologie in Nederland bleef daarbij onderbelicht. Daarover peinzend kwam ik erachter dat Zijderveld indirect van grotere invloed op mijn (vak)ontwikkeling is geweest dan ik dacht.

Praktijk

Als zovelen maakte ik via zijn publicaties kennis met het symbolisch interactionisme – het was een verademing. In veel toen gangbare benaderingen verdween het handelen tussen hamer, sikkel en aambeeld van de meer op structuren en instituties gerichte analyses. Dan dacht ik: het klinkt overtuigend, maar hoe knoop ik dit vast aan wat mensen in de dagelijkse praktijk doen en laten? Het symbolisch interactionisme bood uitkomst omdat daarin het handelen van individuen ten opzichte van elkaar, de betekenissen die zij daaraan toekennen én ontlenen centraal staan. Eerdergenoemde Peter Berger schreef er met Thomas Luckmann in de jaren zestig een pittig en nogal abstract boek over (The social construction of reality); Zijderveld maakte het met zijn Theorie van het symbolisch interactionisme toegankelijker.

Brug

Fascinerend vond ik dat je de werkelijkheid waarin we opereren kunt analyseren als een sociaal construct waaraan groepen en individuen door hun handelen part en deel hebben. Dat, volgens het theorema van Thomas, hoe mensen een situatie definiëren van invloed is op hun handelen. Het sloeg een brug tussen analyse en handelen. Ben je uit op verandering, neem dan als uitgangspunt hoe mensen kijken naar wat er volgens hen aan de hand is. Als je daarop invloed uitoefent, dat kneedt en vormt, beïnvloed je het handelen dat eruit voortkomt. Niet toevallig is het samen bepalen van het speelveld een eerste stap in het managen van een proces…

Wederkerig

En even fascinerend vond ik het wederkerigheidsbeginsel van George Herbert Mead: het wederzijds ingezette vermogen om je in te leven in rol en houding van de ander. Daardoor kun je je voorstellen hoe de ander zal worden geraakt door jouw handelen en hoe jij dat zou ervaren als je hem of haar was. Dat voegt aan je handelen een morele dimensie toe en maakt de weg vrij om je best te doen voor oplossingen die verdelend én procedureel als rechtvaardig worden ervaren.

Mogelijkheden

Terug naar de Lof der Twijfel, een late coproductie van Zijderveld en Berger. Het is een in mijn ogen deugdenethisch betoog waarin ze de meerwaarde onderzoeken van de twijfel als middenweg tussen fanatisme en relativisme. Twijfelen is moeilijk. Het ene gezegde spoort aan, bij twijfel niet over te steken. Het andere juist tot het tegenovergestelde: dan geef je iets of iemand het voordeel van de twijfel. Oftewel: twijfel spoort aan tot onderzoek, overleg, deliberatie, wikken, wegen en proberen – dit alles in een poging, het goede te doen. In procestermen is twijfel dus een ruimtescheppende houding die leidt tot dito handelingen. Anders gezegd: een procesmanager praat liever in mogelijkheden dan meningen.