Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Vorm

Het lukte me maar niet om de scriptie die ik voor een doctoraalvak moest schrijven op papier te zetten. Ik wist waar het over moest gaan, had het punt dat ik wilde maken goed onderzocht en met literatuur onderheid, maar ik kon geen vorm vinden om de inhoud in te gieten. Alles wat zich daartoe leek aan te dienen voerde me zodra ik de proef op de som nam juist weg van mijn verhaal.

Pak

Na een zoveelste op de klippen gelopen poging zag ik even geen uitkomst, legde de boel aan de kant, deed een paar dagen wat anders en droomde toen dat ik voor een boekenkast stond die zo hoog en breed was, dat ik er begin noch einde van zag. In een poging om overzicht te krijgen legde ik het hoofd in de nek en zag een beschreven vel papier uit de hoogten komen wiegen, en toen nog een, en nog een en zo verder, en al die vellen vleiden zich op elkaar tot een mooi geordend pak.

Toen ik wakker werd, zag ik de vorm waarin ik de inhoud van mijn scriptie moest gieten zo duidelijk voor me, dat ik die bijna letterlijk kon vastpakken. Ik zette me welgemoed aan het schrijven en ontdekte dat nu inderdaad alle samenstellende onderdelen van mijn verhaal zich als zodanig toonden en zich bovendien tot een geheel lieten samenvoegen.

Netelig

Ik zie die episode als een bescheiden “ik heb het”- of eurekamoment. Geen grote ontdekking, ook geen significante bijdrage aan een betere wereld, maar het bracht me wel de oplossing van een netelig probleem. Is er een recept voor een eurekamoment, vroeg onlangs Margriet van der Heijden zich af op de opiniepagina’s van NRC Weekend. Ze laat de eureka’s van grote geesten (Archimedes uiteraard, en ook Einstein, Higgs en Poincaré) langskomen en leidt daar de ingrediënten uit af: het kiezen van een geschikt probleem, talent, hard werken, concentratie en rust. Ap Dijksterhuis schreef er in 2007 al uitgebreid over in Het slimme onbewuste. Zet vooral, door even iets anders te doen, rust te nemen, er “een nachtje over te slapen”, je onbewuste aan het werk om een netelig probleem op te lossen.

Verder

En hoe werkt het in een procescontext? Als er meerdere probleemhebbers zijn, het vraagstuk lastig is en de belangen groot zijn? Er komt altijd wel een moment dat even niemand meer weet hoe het verder moet om een uitkomst met draagvlak en draagkracht te vinden. De bijdrage van een procesmanager ligt er dan in, partijen dat als een gezamenlijk probleem te helpen zien, met hen grenzen of criteria te bepalen waarbinnen een oplossing acceptabel is en ze tijd te laten kopen – om hun knopen nog eens te tellen, deskundigen te raadplegen, er een paar uur of een paar dagen “op te kauwen”. Dat vergroot de kans op een “ik heb het”-moment: “als we nou eens zus of zo…?!”.

En daarna komt het erop aan, de valkuilen van de te snel gebrachte oplossing en het not invented here te vermijden. Het eurekamoment van de een kan worden omgesmeed tot de uitkomst voor allen, als eenieder er zijn belangen aan vast kan knopen en kan vaststellen dat het binnen de grenzen valt van wat hij acceptabel vindt.