Van kwaad tot erger
Wat hebben het onderwijs, de Grieken, de Amerikaanse middenklasse, en het nieuwe lompenproletariaat met elkaar gemeen? En het klimaat, stinkende sollicitanten, het onderhoud van huurwoningen? En psychiatrische patiënten, corporaties en uitkeringstrekkers? En de spoorwegen, de middenklasse en het leger?
Als we de berichten mogen geloven zijn ze allemaal ten prooi gevallen aan een meer of minder ernstige vorm van Verelendung. En zo niet, dan toch binnenkort. Als op zeer korte termijn geen maatregelen worden getroffen om het tij te keren, gaat het van kwaad tot (nog) erger.
De Verelendung lijkt te zijn doorgedrongen tot in alle hoeken en gaten van de samenleving, en geen groep of categorie is er ogenschijnlijk immuun voor. Het mag een wonder heten dat gansch het raderwerk nog niet piepend en krakend tot stilstand is gekomen.
Marx
Hoewel hij zelf het woord niet heeft gebruikt, wordt Verelendung geassocieerd met de politieke en economische theorie van Karl Marx. Het proletariaat groeit in omvang doordat ook de kleinere kapitalisten de strijd met de grote en immer groeiende industriële conglomeraten niet volhouden. De ene crisis volgt op de andere en iedere crisis is erger en dieper dan de voorgaande. De arbeids- en leefomstandigheden van de proletariërs worden almaar slechter. Uiteindelijk komt het proletariaat in opstand: “Het laatste uur van het kapitalistische privaatbezit heeft geslagen. De onteigenaars worden onteigend.”
Schema
Verelendung heeft dus slachtoffers (de arbeiders) , een oorzakelijk mechanisme (de kapitalistische productiewijze) en schurken (de kapitalisten). Dit schema zien we in de moderne toepassingen van Verelendung terug. Slachtoffers noemde ik al. Schurken zijn in de stukken van bloggers, journalisten, columnisten, denkers en wetenschappers bijvoorbeeld de ongekozen eurocraten, de minister van SZW, de managers in de zorg, de bankiers en commissarissen. En als oorzaken vinden we ondermeer de pizza-economie, het rampzalige beleid van dit of dat, het streven naar kostenefficiëntie, het Durbanakkoord…
Optimistisch
Overigens vinden we Verelendung als beschrijvende verklaring voor een procesverloop ook terug in de wereld van groeps- en organisatieontwikkeling. Door werkdruk worden mensen ziek, waardoor hun werk zich opstapelt, de werkdruk toeneemt, ze nog zieker worden, etc. Het zelfsturende team raakt de weg kwijt en verdwaalt steeds dieper in een woestenij zonder perspectief of uitweg. De vergadering verliest haar doelgerichtheid, iedereen roept om het hardst, niemand luistert, besluitvorming lijkt verder weg dan ooit.
Ook dan gaat het dus om zaken die zich van kwaad tot erger ontwikkelen. De hedendaagse toepassingen gaan echter opmerkelijk genoeg meestal mank aan de optimistische verwachting van vooruitgang die bij Verelendung hoort. Het gaat weliswaar steeds slechter, maar uiteindelijk worden de slachtoffers helden, nemen zij hun lot in eigen hand en wordt alles anders én beter.
Strategie
Handelen naar die verwachting is Verelendung inzetten als strategie – je ziet het wel eens bij procesbegeleiders. Vanuit oneigenlijke motieven: “Als zij er niet uitkomen, kom ik als redder langs en gaan ze akkoord met mijn oplossing.” Of als proef op de som: “Ik neem de verantwoordelijkheid niet over. Als ze het écht belangrijk vinden, komen ze er wel uit. En met een beetje mazzel heeft het samen overwinnen van de moeilijkheden de onderlinge band versterkt.”
De procesbegeleider neemt dan wel het risico dat hij als veroorzaker van het gedoe wordt gezien en wordt onteigend – ontdaan van zijn opdracht wordt buitengezet.