Ritme
Een leuk spelletje: neem een bekend liedje in gedachten, tik het ritme op het tafelblad en vraag je gehoor welk liedje het is. Dat wordt dus niks. De toehoorders beginnen na vijf tikken al glazig te kijken en jij kunt je niet voorstellen dat ze in dat ritme niet de melodie horen, die jij in je hoofd afspeelt.
Hiermee laat je zien hoe de Curse of Knowledge werkt: als we eenmaal iets weten, kunnen we ons niet meer voorstellen hoe het is om dat niét te weten. De gevolgen ervan zijn verstrekkend, omdat we ons door die vloek van kennis niet meer hard genoeg inspannen om aan de man te brengen wat we willen.
Aansluiting
Het is niet moeilijk om de Curse of Knowledge bij anderen én bij jezelf aan het werk te zien. We kennen allemaal wel die collega die ongelooflijk veel verstand heeft van dat ene onderwerp – maar als ze daar over vertelt, ben je na een paar minuten het spoor al bijster. Zij speelt Champions League en ziet over het hoofd dat jij op een topdag net meekomt in de hoofdklasse zaterdagamateurs. Ze kan zich niet voorstellen dat jij niet weet wat zij allemaal weet en vergeet daardoor de aansluiting te realiseren bij jouw niveau van kennis en ervaring.
Een variant daarvan is de collega die juist graag alles wat hij weet op tafel legt. Die vindt zijn kennis zo leuk, dat hij zich niet kan voorstellen dat een ander afhaakt bij een PowerPointverhaal met 50 slides over de algemeenheden en 30 extra, om ook de nuances en uitzonderingen goed over te brengen. Het helpt niet: ook dan ben je snel de weg kwijt.
Recept
In dit soort gevallen kun je de Curse of Knowledge bezweren met het recept dat Chip en Dan Heath geven in Made to stick (recent in het Nederlands verschenen als De plakfactor). Houd wat je wilt overbrengen eenvoudig, concreet en geloofwaardig, stop er iets onverwachts in, breng het met gevoel en met een verhaal.
Nonchalance
Maar in de praktijk komen we ook tegen dat de Curse of Knowledge leidt tot nonchalance. Dan zien we iemand totaal onvoorbereid een proces in stappen, omdat hij denkt zijn vakinhoudelijke kennis zo goed op orde te hebben dat hij zich niet hoeft voor te bereiden. Bovendien kan hij zich niet voorstellen dat zijn samenwerkingspartners er baat bij hebben als hij zich wél goed voorbereidt. “Als puntje bij paaltje komt, improviseer ik me er wel doorheen / red ik me er wel uit / vind ik de beste oplossing wel.” Die nonchalance leidt vaak tot ongelukken, want inhoudelijke kennis is maar een van de vele factoren in samenwerking – naast bijvoorbeeld een diepgaand inzicht in de belangen en behoeften van de procespartners.
Procedure
Daarom is ook een procesaanpak gebaat bij een heldere procedure. Die begint steevast met het voorbereiden van de samenwerking. Dan arrangeer je met zorg en aandacht een speelveld (waar gaat het over?), met spelers (wie doen er mee? wat willen ze?) en spelregels (om het speelveld voor de deelnemers gelijk te maken). Na Arrangeren volgt het Combineren van belangen en behoeften in mogelijke oplossingen, en het Effectueren van de meest kansrijke in uitvoerbare besluiten. Wie het Arrangeren overslaat, komt aan Effectueren nooit toe en hoeft aan het recept van de Heathbrothers niet te beginnen.