Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Metafoor

Omdat we ze in één moeite door dubbel gebruiken, zijn woorden krachtige interventies. We gebruiken ze grammaticaal, bijvoorbeeld als zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord. En tegelijk gebruiken we ze als metafoor. Dan doen we een beroep op de kennis van, het inzicht in en de ervaring met de betekenis van dat woord in de dagelijkse praktijk. En op de beelden die dat oproept bij ons gehoor.

College

Onlangs werd ik door mijn beroepsvereniging uitgenodigd voor een college over Appreciative Inquiry (AI). Verleid door de metafoor “college” dacht ik: “deskundige, stand van zaken op dit vakgebied, onderbouwde statements, interessant, ik ga”. Maar ik had natuurlijk kunnen weten dat een AI-practitioner als Cees Hoogendijk geen college komt geven. Die wil de principes van waarderend onderzoek in praktijk brengen. Dan zet je samen vijf stappen. Verwoorden wat de vraagstelling is. Verdiepen van wat er nu (wel) goed gaat. Verbeelden waar je straks wilt staan. Vormgeven van acties. En het verwezenlijken daarvan.

Dialoog

Dus voerde ik in duo’s en groepjes naar aanleiding van open vragen een dialoog (zeg nooit: discussie). En beluisterde ik hoe in een deel van de Canto Ostinato van Ten Holt dissonanten door verschuivende noten worden opgenomen in een veranderend consonant geheel. Theorie kwam nog even langs, op een slide met groot het woord “kunstje”. Ik wist niet of dat misprijzend of ironiserend was bedoeld. Maar beide passen niet bij waarderend onderzoek, dus het wrong een beetje.

Honderd

Hoogendijk bleek een energieke apostel van AI, met vele inzichten, enthousiaste ideeën en opmerkelijke zijpaden. Alles is na te lezen in een e-book dat je op zijn site kunt downloaden. Op het boek rust geen copyright, maar een right to copy. Verwacht geen handboek of studieboek AI. In honderd stukjes neemt Hoogendijk je mee langs zijn ervaringen met AI, geeft in het voorbijgaan uitgangspunten en aanpak, en betoogt al snel dat AI minder een methode dan levenskunst is. Dus komen ook de Dalai Lama en Confucius langs en spiritualiteit in het algemeen, en worden kwantummechanische verschijnselen op elementaire-deeltjesniveau onbekommerd verknoopt met menselijke interacties.

Essentie

Zo’n eclectische tour d’horizon, hoe verrassend of amusant soms ook, vertroebelt mijn blik op de essentie van appreciative inquiry. Daarom terug naar de bron – het artikel Appreciative Inquiry in organizational life van Cooperrider en Srivastva uit 1987. Zij schreven dat uit onvrede met de toenmalige koers van actieonderzoek. Die was eenzijdig georiënteerd op het oplossen van problemen door middel van breed gedragen interventies op basis van geobjectiveerde data. Maar wie louter een hamer heeft, ziet overal spijkers, betogen de auteurs met zoveel woorden.

Koers

Met AI formuleerden zij een nieuwe koers. Een die recht doet aan het inzicht dat er geen buiten ons staande objectieve werkelijkheid is, maar dat mensen die samen definiëren. Waarin mogelijkheden centraal staan in plaats van problemen. En waarin deelnemers samen praktijktheorieën ontwikkelen over hoe die mogelijkheden tot wasdom kunnen komen.

Discussie

Waarderend onderzoeken, schrijven de auteurs, is wetenschappelijk/theoretisch, normatief, pragmatisch en metafysisch. Als ik het goed lees bedoelen ze met het laatste vooral, ruimte te geven aan verbeelding, verbazing en verwondering. Een mentale gesteldheid die je van iedere onderzoeker, naast vakmanschap, mag vragen. Maar ik vermoed dat het, opgevat als metafoor, vooral de deur heeft opengezet voor een meer spirituele en levenskunstige ontwikkeling van AI. Vakmatig ongunstig, want per definitie onnavolgbaar en niet voor discussie, OK, dialoog, vatbaar.