Disclaimer
Op het nachtkastje van menige overheidsmanager en -adviseur lag begin jaren ’90 Reinventing Government van Osborne en Gaebler. De publieke sector rolt van de ene crisis in de andere, schreven zij, en de standaardoplossingen zijn: belastingen verhogen of uitgaven verminderen. Osborne en Gaebler wilden een derde optie: beter onderwijs, betere gezondheidszorg, betere wegen voor hetzelfde geld. Ze presenteren tien principes die bij elkaar optellen tot de ondernemende overheid als instrument om die derde optie te realiseren. Ze doen er ook een disclaimer bij: de overheid kun je niet managen zoals een private onderneming want ze verschillen fundamenteel in financiering, besluitvorming en verantwoording. Verwar, met andere woorden, de ondernemende overheid niet met de overheid-als-onderneming.
Honneurs
De term valt nergens maar Reinventing Government laat zich lezen als een blauwdruk voor het vormgeven van overheidssturing volgens de inzichten van de Derde Weg – in Groot-Brittannië gestold in de kabinetten van Tony Blair en in de Verenigde Staten in het presidentschap van Clinton. En Blair en Clinton gaven hun honneurs aan Wim Kok, toen voorman van zijn eerste Paarse kabinet.
Wieg
Dat de waarschuwing van Osborne en Gaebler weinig indruk heeft gemaakt kun je lezen in Dat hadden we nooit moeten doen. Duco Hellema en Margriet van Lith laten daarin zien hoe de Partij van de Arbeid in de periode 1994 -2002 mede aan de wieg heeft gestaan van liberalisering, deregulering, marktwerking en privatisering van overheidstaken. Het is in vele opzichten een leerzaam boek. En niet alleen voor de sociaaldemocratisch angehauchten onder ons, maar voor iedereen die wil weten hoe ideeën met je op de loop kunnen gaan en hoe moeilijk het kennelijk is om daar weerstand aan te bieden.
Immens
Dit haal ik eruit: als visie, het doordenken van mogelijke handelingseffecten en georganiseerde tegenspraak ontbreken, zijn de gevolgen immens. Wie niet meer vraagt: “Waarom doen we dit?” en “Wat willen we ermee bereiken?”, vraagt om moeilijkheden.
Geloofsartikel
Op een enkeling na lijken de hoofdrolspelers van toen te zeggen: we stonden erbij, we keken ernaar en we hadden geen idee. En vooral dat laatste valt op. De sociaaldemocraten voeren een hoofdzakelijk neoliberale agenda uit zonder diepgaande interne discussies en visievorming daarover. Hellema en Van Lith schetsen hoe die discussie wordt vermeden of al snel wordt kortgesloten. Het gevolg daarvan is, in mijn woorden: zonder visie geen doelen, en zonder doelen worden de middelen het doel. En dan kan marktwerking, zoals de auteurs schrijven, een soort “geloofsartikel” worden. Het zal en het moet, omdat het zal en het moet.
Onbegrip
Hoofdrolspelers en waarnemers van toen constateren nu met onbegrip dat vrijwel niemand er oog voor had dat marktwerking, privatisering, liberalisering en deregulering de oorspronkelijke achterban van de sociaaldemocraten hard zouden treffen en de positie van de overheid ernstig zouden verzwakken. “Over het hoofd gezien”, “Te veel meegegaan met de neoliberale stroming”. Ook dit gaat terug op het gebrek aan visie. Zonder visie geen doelen en zonder doelen heeft het doordenken van effecten geen zin, want waartegen moet je die dan afzetten?!
Tegenspraak
En dat maakt de anders o zo belangrijke tegenspreker, die bijvoorbeeld zegt: “Jongens let nou op, een ondernemende overheid is geen als onderneming gerunde overheid”, tot een roepende in de woestijn. Als niemand meer vraagt “Waarom?” en “Wat?” groeit er niets meer waar tegenspraak vat op kan krijgen.