Aanpakken
In oktober 2021 schreven we dat we een praktijkboek procesmanagement op stapel gingen zetten. We zagen reden genoeg om ons boek Draagvlak en draagkracht te actualiseren. Procesmanagement is immers niet in een professie gefixeerd, het is een vak met veel ruimte voor een eigen invulling door de individuele of organisatiegebonden beoefenaar. Er is niet gauw iets verkeerd – mits je je aanpak weet te verantwoorden voor het (virtuele) forum van vakgenoten (en zelfs dat is niet zozeer een eis, als wel een praktijk die iedere professional die zichzelf serieus neemt vanzelfsprekend zal vinden). Dat geeft de ontwikkeling van procesmanagement veel Schwung, er valt methodisch-technisch veel te beleven doordat inzichten en aanpakken, elk met hun eigen verdiensten, over elkaar heen blijven buitelen.
Afhankelijkheden
Ook neemt de behoefte aan goed georganiseerde samenwerking tussen personen en partijen die elkaar nodig hebben om hun doelen te realiseren alleen maar toe. Dat komt denk ik niet zozeer doordat de vraagstukken waarvoor we gesteld staan ingewikkelder zouden worden. We krijgen eerder steeds beter zicht op de soms duizelingwekkend diepe en complexe afhankelijkheden binnen en tussen de vraagstukken, crises, transities die we proberen te beantwoorden, bezweren en beleven. En dat vuurt de zoektocht aan naar effectieve vormen van overleg, besluitvorming en uitvoering, die recht doen aan die complexiteiten zonder zich erdoor te laten verlammen.
Gefragmenteerd
Lees bijvoorbeeld het vraaggesprek dat Sheila Sitalsing had met SER-voorzitter en polderbaas Kim Putters (Volkskrant 12 januari 2023). Putters: “(…) ik zie overal de erkenning dat we met het huidige model, gericht op economische groei en op gevestigde belangen, de problemen niet gaan oplossen. Wat ik tegelijkertijd voel, is handelingsverlegenheid en onzekerheid: kúnnen wij het wel? De politiek is gefragmenteerd en gepolariseerd. Toch zullen we, gedwongen door klimaatverandering, gedwongen door sociale ongelijkheid, gedwongen door digitalisering, echt stappen moeten zetten. En dat moeten we soms met andere mensen doen. De polder is er niet alleen voor de belangen van mensen in het nu.”
Werkboek
Enfin –een praktijkboek schrijven dus. De omstandigheden dicteerden anders, waardoor het op de plank belandde. Voorzichtig haal ik het weer tevoorschijn. Stof eraf blazen, ja het idee is nog vitaal, al zou ik het bij nader inzien liever werkboek noemen. De term praktijkboek plaatst het tegenover de theorie, terwijl we naar mijn idee beide nodig hebben, theorie én praktijk, om procesmanagement te laten werken.
Overal
Ziedaar mijn frequentie-illusie van dienst: de tweedelingen, dilemma’s, tegenoverstellingen waarvoor iedere procesmanager zich gesteld vindt. Hernieuwd bezig met de voorbereiding van het werkboek kom ik ze overal tegen. Bekende, zoals inhoud – proces en onafhankelijk -partij. En nieuwe, zoals krachtdadigheid – wankelmoedigheid en samen – alleen.
Wil
En deze, die in het bestek van dit stukje de slang in zijn staart doet bijten: doorgaan – ophouden. Hoe lang zet je een proces door, doe je er een schepje bovenop, in een poging om een met en door betrokkenen gedragen resultaat over de eindstreep te trekken? En wanneer gooi je de handdoek in de ring en zeg je dus met zoveel woorden: die samenwerking, dat wordt niks?! Als antwoord op de laatste vraag hoorde ik eens iemand zeggen: “Waar een wil is, is een weg. Maar waar geen wil is ben ik weg.” Je kunt ook zeggen: zolang er een vermoeden van een wil is tot samenwerking, is er genoeg om door te gaan.
Wordt vervolgd.