Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

Weg

“Waar een wil is, is een weg.” Dat hoor je nou nooit als de samenwerking van een leien dakje gaat. Je zegt het om iedereen aan te sporen een tandje bij te zetten als de problemen zijn uitgegroeid tot een rijstebrijberg. Of als opgeluchte constatering achteraf, als het er lang naar heeft uitgezien dat je er samen niet uit zou komen: gelukkig hebben we nog ergens een beetje wil gevonden, want anders was het niks geworden.

Arena

In procesmanagement draait veel om het mobiliseren van de wil bij de deelnemers, niet alleen met de mond steun te belijden aan wat er gerealiseerd moet worden, maar ook daadwerkelijk een bijdrage te leveren. Draagvlak én draagkracht. Dus zoeken we naar gemeenschappelijkheden in drijfveren, belangen en behoeften, kijken we waar die elkaar op z’n minst niet tegenwerken en hopelijk zelfs versterken. Zorgvuldig geven we processtappen vorm, draaien we aan stuurknoppen, leggen we uitkomsten vast. Voortdurend zijn we waakzaam: is de wil er nog, individueel en gezamenlijk? Of heeft die aandacht nodig?

Trouw

Maar wat nu, als je volgens de regels van het vak en te goeder trouw in het organiseren van de samenwerking hebt geïnvesteerd, en tóch zijn er procespartijen die nee blijven zeggen, de boel vertragen, vandaliseren, saboteren? Hun wil staat in de weg van een gezamenlijk willen. Daarover heb ik een collega ooit horen zeggen: “Waar een wil is, is een weg – maar waar geen wil is, ben ik weg.”

Toveren

Een mooie vondst – om jezelf te beschermen, want niemand is gehouden tot het onmogelijke. Om partijen onder druk te zetten: als jullie zo doorgaan mag je het zelf uitzoeken, ik kan niet toveren. En om alvast een antwoord te geven op de schuldvraag, die onvermijdelijk wordt gesteld: omdat jullie niet wilden, is het mislukt.

Neefje

“Waar geen wil is, ben ik weg”- het is niet alleen handig, leuk gezegd, maar ook de logische consequentie van “Waar een wil is, is een weg”. Mijn Van Dale Spreekwoordenboek geeft daarvoor: “wie werkelijk iets ondernemen wil, zal er ook een oplossing voor vinden.” Een willen-is-kunnen-benadering, het neefje van “succes is een keuze”: hadden jullie maar harder moeten willen. Het gaat eraan voorbij dat iets ook kan mislukken ook door omstandigheden, pech. Het maakt  falen persoonlijk en legt het als verwijt bij de ander. En dat vind ik vakmatig onbevredigend.

Rijk

Het kan ook anders: “Waar geen wil is, is een weg.”  Zo heet een interculturele, filosofische verkenning van overeenkomsten en verschillen tussen boeddhistisch en westers denken die Henk Oosterling in 2016 publiceerde. Het is een rijk boek dat hoofdzakelijk niet over procesmanagement gaat, maar af en toe in sommige opzichten ook weer wel.

Grenzen

Hoe vaak gebeurt het niet dat procesdeelnemers aan de start verschijnen met ieder een duidelijke, als standpunt geformuleerde wil: zo moet dit probleem worden opgelost, en anders niet. Beweging kan ontstaan door het probleem in Frage te stellen: waarom doen we dit, wat is hier aan de hand? Door een probleem te vergroten. Door het niet over standpunten, maar over mogelijkheden te hebben. Daarmee laat je deelnemers hun en elkaars aannames en vooronderstelling kritisch onderzoeken, waardoor vaste grenzen kunnen wegvallen en zij hun voorgeformuleerde wil even opzij kunnen zetten. Oosterling schrijft: “…de uitdaging ligt erin deel van de oplossing te worden door in het ontstane niemandsland voor en met anderen nieuwe wegen te zoeken.”