Gert van der Kolk - 06 51050119 info@oio.nl

PDF

Groeizaam

“Regent het nou, of is het groeizaam weer?”, vraag ik me af als ik kijk naar de druppels op de ruiten van mijn vakantieadres. Het is allebei waar, maar bij de vaststelling dat het groeizaam weer is voel ik me wat beter dan bij de constatering dat de regen nou al de hele dag steil naar beneden valt. En daar komt voorlopig geen verandering in. De lucht is egaal grijs en de blaadjes hangen roerloos aan de bomen. Dat wolkendek regent helemaal uit en dat gaat nog wel even duren. Groeizaam weer dus, dat is beter voor mijn humeur.

Macht

Het is maar een heel bescheiden voorbeeld van de macht van taal. Een woord is niet alleen maar dat woord. Het representeert ook een concept of idee, is de aanzet tot een verhaal, introduceert een metafoor en daarmee een bredere context voor dat verhaal. Als ik mijn woorden goed kies en de juiste woorden treffend achter elkaar zet, beïnvloed ik het gesprek, het denken en uiteindelijk ook het handelen van mezelf en mijn gesprekspartners.

Keuze

Achter vrijwel elk woord gaat een keuze schuil. Woorden en de zinnen die je ermee maakt zijn het tegendeel van waardevrij. Hebben we het over de vraag of jij jouw jongen wel genoeg jongen laat zijn, of had SIRE beter de vraag kunnen stellen of je kind wel genoeg kind kan zijn? En hebben we het over genderneutrale taal of over regenboogtaal? Het eerste refereert aan techniek, effecten en is een ingenieursterm. Het tweede gaat over wensen en mogelijkheden en heeft een politieke lading. Hoe dan ook: het vertimmeren van welkomstwoorden en aanspreekvormen roept een enorme discussie op, waarbij de regenboogtaal sterkere reacties lijkt los te maken dan de genderneutrale.

Beweging

Recent liet Mark van Ostaijen in zijn proefschrift Worlds between words (vrij te downloaden) zien hoe krachtig taal is. De woorden die je kiest vertegenwoordigen metaforen, mythes en concepten. En die hebben een directe, sturende invloed op het handelen van mensen. Migratie binnen Europa is het onderwerp van zijn studie. Of mobiliteit binnen Europa. In Nederland ging het vooral over migratie en integratie van migranten. In de context van de EU was het discours wetstechnisch en ging het over de mobiliteit van EU-burgers en het functioneren van de Europese arbeidsmarkt. Beide perspectieven leidden tot andere handelingen. Volgens Van Ostaijen biedt de wetenschap geen oplossingen – dat is aan de politiek – maar empirische en theoretische reflectie. Hij is consequent en verbindt aan die handelingskeuze de keuze voor het neologisme “intra-Europese beweging” om het onderwerp van zijn studie te beschrijven.

Kracht

Ziedaar de kracht en de macht van taal. Met de woorden die je kiest open je sommige mogelijkheden tot handelen en sluit je andere af. Een cursist die voor een gemeente betaald parkeren in de binnenstad moest invoeren, hertaalde dat onderwerp in “Hoe houden we de binnenstad bereikbaar?”. (Inderdaad, onder meer door het invoeren van betaald parkeren.) Ik heb het liever over vraagstukken dan over problemen. Een vraagstuk klinkt naar handen uit de mouwen, een probleem naar uitzichtloze deliberaties. Een vraagstuk is nooit moeilijk (zucht, steun, hoe komen we hier uit?), hooguit ingewikkeld (en dus te ontwarren). En een vraagstuk is niet ernstig (oftewel nagenoeg hopeloos) maar serieus (en dus oplosbaar).

Enfin, morgen wordt het beter weer. Voor nu blijft het groeizaam.